WEPA TOPITEC 026620, Руководство пользователя

Страница: 441 / 588

21
VEILIGHEID
3.5 Verplichtingen van de exploitant
Instructie
In de EER (Europese Economische Ruimte) dient de Nationale vertaling
van de kaderrichtlijn (89/391/EEG), alsmede van de bijbehorende individuele
richtlijnen en daarvan in het bijzonder richtlijn (2009/104/EG) over de minimale
voorschriften voor veiligheid en de bescherming van de gezondheid bij gebruik van
werktuigen door de medewerker bij het werk telkens in de geldige
versie in acht te worden genomen en te worden nageleefd.
In Duitsland dient de Betriebssicherheitsverordnung (arbeidsveiligheidverorden-
ing) van 03.02.2015 (BetrSichV) in acht te worden genomen (omzetting van de
bovengenoemde richtlijn in nationale wetgeving). Op dezelfde wijze dienen de
aanduidingen van de ApBetrO (Apothekenbetriebsordnung), BAK-richtlijnen in acht
te worden genomen.
De exploitant moet de plaatselijke wettelijke bepalingen voor
• de veiligheid van het personeel (BW en ongevallenpreventievoorschriften, richtlijnen voor werkplaat-
sen), bijv. gebruiksaanwijzingen, persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), preventieve onderzoeken;
• de veiligheid van de werkmiddelen (veiligheidsuitrusting, werkinstructies, procedurerisico's
en onderhoud);
• het besluit inzake gevaarlijke stoffen;
• de aard van het product (veiligheidsgegevensbladen, register gevaarlijke stoffen);
• afdanken van het product (wet inzake afvalverwijdering);
• afvalverwijdering inzake materialen (buitendienststelling, wet inzake afvalverwijdering);
• reiniging (reinigingsmiddelen en afvalverwijdering) naleven,
• de huidige milieubeschermingsvoorschriften naleven,
• alsmede de vereisten van de ApBetrO, instructies van de BAK-richtlijnen
en de wettelijke richtlijnen in acht nemen.
Daarnaast dient de exploitant
• op de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) te letten:
werkkleding, veiligheidshandschoenen (niet bij werken aan de Topitec
®
Touch),
veiligheidsbril, helm/haarnet, ...
• doorlopend de risico's op de werkplekken te beoordelen,
inclusief gevaarlijke stoffen en brandpreventie;
• de maatregelen in gebruiksaanwijzingen vast te leggen en het personeel
te instrueren (opleiding bedieningspersoneel);
• werkinstructies op te stellen;
• voor het bedieningspersoneel geldt in het algemeen: geen werkzaamheden onder invloed van alcohol,
drugs of oververmoeidheid;
• veiligheidsgebreken aan componenten van het apparaat dient de operator onmiddellijk
aan de leidinggevenden te melden;
• er dienen een huidbeschermingsplan en een hygiëneplan te worden opgesteld.