colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming
of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk,
ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© copyright 2015 by conrad electronic se.
V4_0915_02/Vtp
O
BAtterijen plAAtsen / BAtterijen VerVAngen
Koppel de spanningstester los van het betreffende meetobject.
Houd de twee meetsondes bijeen. Als er geen signaal wordt gegeven of de led Low Bat (12) brandt, dan
moeten de batterijen worden vervangen.
Draai hiervoor schroef (15) los met behulp van een kleine kruiskopschroevendraaier.
Trek nu het batterijvak (14) voorzichtig langs de kabel naar beneden.
Haal eventueel de lege batterijen uit het meetinstrument en plaats twee nieuwe batterijen van hetzelfde
type (zie „Technische gegevens“) met de juiste polariteit in het batterijvak. Het gebruik van oplaadbare
accu’s is niet toegestaan. Alkalinebatterijen worden aanbevolen, omdat deze garant staan voor een
langere gebruiksduur.
Schuif het batterijvak weer omhoog totdat het hoorbaar vastklikt en sluit het weer zorgvuldig met schroef (15).
BeDieningselementen
1 Meetsondes
2 Meetsonde „-“
3 Meetsonde „+“
4 Houder voor de tweede meetdraad
5 Led hoge spanning
6 Pieper
7 Leds voor spaningsweergave
8 Led „-“ polariteit op hoofdinstrument
9 Led AC-spanning
10 Led DC-spanning
11 Led doorgangstester
12 Led Low Bat
13 Toets meetsondeverlichting
14 Batterijvak
15 Schroef voor batterijvak
functietest / zelftest
Het wordt aanbevolen de functie van het meetapparaat voor elk meetproces te testen.
Houd de twee meetsondes bijeen. Een geluidssignaal is te horen en de led (11) gaat branden. Het product
is gebruiksklaar.
Het meetapparaat wordt automatisch ingeschakeld wanneer het de betreffende meetgrootheid detecteert.
Na het meten schakelt het meetinstrument zich vanzelf uit om stroom te sparen.
Als er geen geluidssignaal te horen is, moeten de batterijen worden vervangen. Als het apparaat na het
vervangen van de batterijen nog steeds niet functioneert, mag het product niet worden gebruikt!
Voor een zelftest van het meetinstrument gaat u als volgt te werk: druk in uitgeschakelde toestand
gedurende ongeveer 4 seconden de toets van de meetpuntenbelichting (13) in. Alle LED’s/symbolen, de
meetpuntenbelichting en de bieper zijn gedurende 2 seconden actief.
Dek de meetsondes te allen tijde af zodra u het meetapparaat niet meer nodig hebt.
spAnningstest
Verbind de twee meetsondes met het meetobject.
De spanningstester wordt vanaf een spanning van 6 V automatisch ingeschakeld.
Bij het gebruik van de spanningstester in meetcategorie CAT III en CAT IV wordt aanbevolen
de meegeleverde kunststof beschermkappen op de meetsondes (2) en (3) te plaatsen om de
blootgestelde lengte van de contactpunten te reduceren. Dit vermindert het risico op een mogelijke
kortsluiting tijdens het meetproces.
Voor het gebruiksgemak is het product voorzien van een houder (4) voor de tweede meetdraad. Dit
vereenvoudigt bijv. het direct via stopcontacten meten.
Bij gelijkspanningen verwijst de polariteit van de weergegeven spanning naar de meetsonde
van het meetinstrument (3).
Bij lege batterijen werkt vanaf een testspanning van 50 V/AC en 120 V/DC uitsluitend de
waarschuwingsindicatie (5) voor „gevaarlijke spanning“. Raak de meetcontacten nooit aan als
deze indicatie brandt. Vervang de batterijen.
De gemeten spanning wordt via de leds (7) weergegeven.
Bij wisselspanningen brandt de „AC“-led (9) en de spanning wordt met de leds (7) weergegeven.
Bij gelijkspanningen brandt de „DC“-led (10) en de spanning wordt met de leds (7) weergegeven. Mocht de
spanning een negatieve polariteit hebben, dan brandt tevens de led „-“ (8).
DoorgAngstest
Voordat een doorgangstest wordt uitgevoerd, dient u te controleren of het meetobject vrij is van
spanning.
Houd de twee test-sondes naar het gemeten punt van het meetobject. Bij een doorgang tot maximaal
400 kΩ +50% zal een pieptoon weerklinken en de LED voor continuïteit-test 7“ zal oplichten.
Ontkoppel de meetsondes na het meetproces van het meetobject.
meetpuntVerlichting
De meter heeft een LED-licht op de bovenkant van de behuizing, ingebouwd om het meetpunt beter te
herkennen bij omstandigheden met weinig licht. Om te activeren, druk op de knop (13). De LED schakelt
zich na ongeveer 30 seconden uit., om de batterij te sparen.
onDerhouDen en schoonmAken
Afgezien van het af en toe vervangen van de batterijen is het meetapparaat voor u onderhoudsvrij.
Om de nauwkeurigheid voor een lange tijd te waarborgen, is het raadzaam het product eenmaal per jaar
te laten kalibreren.
Reinig het product nooit als dit op een spanningsbron is aangesloten. Voor het schoonmaken is een droge
zachte, schone doek voldoende. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, hierdoor kan het product
verkleuren. Druk tijdens het schoonmaken niet te hard op het oppervlak, om krassen te voorkomen.
AfVoer
a) Algemeen
Voer het product aan het einde van de levensduur af volgens de geldende wettelijke bepalin-
gen. Verwijder evt. geplaatste batterijen en voer deze, gescheiden van het product, af.
b) Batterijen
Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen en accu’s
in te leveren; afvoeren via het huisvuil is niet toegestaan.
Batterijen met schadelijke stoffen worden gekenmerkt door het hiernaast afgebeelde pictogram,
dat op het verbod van afvoeren met gewoon huisvuil duidt. De aanduidingen voor de betreffen-
de zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood.
Verbruikte batterijen kunt u gratis inleveren bij de inzamelpunten in uw gemeente of bij verkooppunten van
batterijen en accu’s.
technische gegeVens
Spanningsbereik ............................................6 - 600 V (DC/AC)
Frequentiebereik ............................................0 Hz; 16 - 400 Hz
LED-oplossing ...............................................+/- 6, 12, 24, 50, 120, 230, 400, 600 V
DC/AC voltagedetectie ..................................automatisch
Auto-Power-On ..............................................> 6 V (DC/AC)
Responstijd ....................................................< 0,5 s
Max. teststroom I ...........................................< 3,5 mA
Batterij stroomverbruik ...................................max. 50 mA
Meetcategorie ................................................CAT III 600 V
Normen ..........................................................EN 60529 en EN 61243-3:2010
Beschermingsgraad .......................................IP64
Vervuilingsgraad ............................................2
Temperatuurbereik .........................................-15 °C tot +45 °C
Luchtvochtigheid ............................................max. 85% relatieve vochtigheid, niet-condenserend
Hoogte boven N.N. ........................................max. 2000 m
Lengtemeetinstrument ...................................ca. 93 cm
Stroomvoorziening .........................................2x batterijen Type AAA / Micro
Gewicht ..........................................................130 g
Afmetingen ....................................................67 x 245 x 27 mm (B x H x T)
Doorgangstest
Weergave
Optisch en akoestisch (<400 kΩ +50%)
Teststroom
<5 uA
Overspanningsbeveiliging
690 V (DC/AC)