99
7.5. HOLD-FUNCTIE
De HOLD-functie bevriest de huidige meetwaarde op de display om deze rustig te kunnen a
fl
ezen of
verwerken.
Zorg voor de meting ervoor dat deze functie bij het begin van de test gedeactiveerd
is. Er wordt anders een verkeerd meetresultaat gesimuleerd!
Voor het inschakelen van de HOLD-functie drukt u op de toets „HOLD” (8); een geluidssignaal beves-
tigt deze handeling en „HOLD” wordt op de display weergegeven.
Om de HOLD-functie uit te schakelen, drukt u nog een keer op de toets „HOLD”.
7.6. REL-FUNCTIE
De REL-functie laat referentiemetingen toe voor de weergave van onderdeelafwijkingen in %. De
afwijking t.o.v. de referentiewaarde wordt in de subdisplay in procent weergegeven. Hiervoor wordt
de huidige indicatiewaarde opgeslagen en voor de verdere berekening gebruikt. De formule van de
berekening luidt:
(meetwaarde – referentiewaarde) / (referentiewaarde / 100)
.
- Door op de „REL“-toets te drukken wordt deze functie geactiveerd en de huidige meetwaarde opgesla-
gen. Een signaal weerklinkt en op de display verschijnt „REL“.
- Begin de onderdelen te meten. De huidige meetwaarde wordt op de hoofddisplay en de afwijking in %
op de subdisplay weergegeven.
- Als u nog eens op de toets „REL“ drukt, schakelt u over naar het referentiescherm. Een signaal weer-
klinkt en op de display knippert „REL“. In de hoofddisplay wordt de eerder opgeslagen referentie-
waarde en in de subdisplay de waarde van de afwijking in % weergegeven. Elke druk op de toets „REL“
schakelt tussen de schermen „Meetwaarde“ en „Referentiewaarde“ om.
- Om deze functie uit te schakelen, houdt u de toets „REL“ gedurende ca. 2 sec. ingedrukt tot een signaal
weerklinkt en het „REL“-symbool uitdooft.
Het bereik van de procentweergave gaat van -99,9% tot 99,9%. Als de meetwaarde meer
als dubbel zo groot is als de referentiewaarde, wordt „OL.“ In de subdisplay weergegeven.
Het
balkengra
fi
ekscherm heeft altijd betrekking tot de actuele meetwaarde.