e) Meten van de weerstand
Controleer of alle te meten onderdelen van de schakeling, schakelingen en
componenten evenals andere te meten objecten volledig spanningsloos en
ontladen zijn.
• Schakel het meetapparaat in met behulp van de
draaischakelaar (3) en selecteer het meetbereik
.
Op het lcd-display verschijnt "Ω" en "V".
• Steek de rode meetkabel in de V-meetbus (6) en de
zwarte meetkabel in de COM-meetbus (7).
Houd voor het meten in het meetbereik van 600
Ω de meetpennen samen om ze kort te sluiten.
Druk op de knop REL ZERO (8), om de waarde
terug te zetten. Dit compenseert de invloed van
de weerstand van de meetpennen.
• Sluit nu de beide meetpennen aan op het te meten
object (batterij, schakeling enz.). Het rode meetpunt
staat voor de pluspool, het zwarte meetpunt staat voor
de minpool.
• De actuele meetwaarde wordt samen met de
desbetreffende polariteit weergegeven op het display.
• Verwijder na het afsluiten van de meting de stroomtang
van het meetobject en schakel het product uit.
Bij het meten van weerstand moet u erop letten dat de meetpunten waarmee de
meetpennen in contact komen vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars en dergelijke.
Dergelijke omstandigheden kunnen het meetresultaat beïnvloeden.
f) Continuïteitstest
Controleer of alle te meten onderdelen van de schakeling, schakelingen en
componenten evenals andere te meten objecten (bijv. condensatoren) volledig
spanningsloos en ontladen zijn.
111