NL - 11
Viscount
Chorale 1
Handleiding
U kunt de opname procedure vóór de bespeling afbreken door de
[REC]
toets nog een keer in te
drukken.
Voor het
TERUGSPELEN (PLAYBACK) VAN EEN TRACK
kiest u eerst de juiste track met
[TRACK]
toets en druk dan op
[START/STOP]
. Aan het begin van het terugspelen vervangt het orgel de
huidige registratie door de registratie die werden gebruikt tijdens de opname. Het is mogelijk om
tijdens het terugspelen registers of orkeststemmen naar keuze in of uit te schakelen om de gewenste
klankkleur te verkrijgen. Deze wijzigen achteraf kunnen overigens op geen enkele wijze worden
opgeslagen. Aan het eind van weergave van de opgenomen bespeling blijft de registerinstelling
ongewijzigd. Het terugspelen kan worden beëindigd door het indrukken van de
[START/STOP]
toets.
4.5 MIDI
EEN INLEIDING TOT MIDI
Het MIDI-interface (MIDI betekent Musical Instrument Digital Interface) is een algemeen geaccepteerde standaard die
communicatie en besturing maakt mogelijk tussen verschillende (muziek)instrumenten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van
standaard codes.
MIDI communicatie maakt het dus mogelijk om twee (of meer) instrumenten tegelijk te bespelen, waardoor het “volle”
effect van een ensemble van instrumenten ontstaat. MIDI instrumenten kunnen als een eenheid samenwerken, waardoor
veel meer veelzijdige mogelijkheden ontstaan dan bij losse instrumenten.
MIDI instrumenten, verzenden informatie over de gespeelde noten, en over systeeminstellingen via een
MIDI OUT
(uit)
connector. Als deze 5-polige DIN connector wordt verbonden met een soortgelijke
MIDI IN
connector van een ander
keyboard, zoals een synthesizer of een expander (uitbreidingssysteem) dan zullen deze de gespeelde tonen precies op
dezelfde wijze worden gereproduceerd.
De
MIDI THRU
connector (die overigens niet op de Chorale 1 is aangebracht), wordt gebruik om meerdere MIDI
instrumenten onderling door te verbinden (‘door te lussen’).
Deze informatieoverdracht kan ook worden gebruikt om de gespeelde noten als een reeks van MIDI boodschappen op te
slaan. Een “sequencer” is een apparaat dat hiervoor wordt gebruikt (sequence = volgorde, reeks). Ook een bespeling van de
Chorale 1 kan via MIDI permanent opgeslagen worden in zo’n sequencer en op elk moment weer op precies dezelfde wijze
ten gehore worden gebracht.
Met MIDI kan door slechts één verbindingskabel een grote hoeveelheid digitale data worden doorgegeven. Dit is mogelijk
door het gebruik van MIDI kanalen. Er zijn in totaal 16 MIDI kanalen beschikbaar en net als bij radiocommunicatie kunnen
twee stations alleen met elkaar ‘praten’ wanneer zij op dezelfde golflengte of op hetzelfde kanaal zijn afgestemd. Op
dezelfde wijze kunnen twee onderling verbonden MIDI instrumenten alleen maar informatie uitwisselen als het
zendinstrument (transmitter) en het ontvanginstrument (receiver) op hetzelfde MIDI kanaal zijn afgesteld.
MIDI boodschappen kunnen in twee hoofdgroepen worden verdeeld: de Kanaalboodschappen (Channel messages) en de
Systeemboodschappen (System messages). Hieronder volgt een korte beschrijving ervan:
KANAALBOODSCHAPPEN (CHANNEL MESSAGES)
NOTE-ON, NOTE-OFF
Deze boodschappen heeft het ontvangende keyboard of geluidsgenerator nodig om de juiste toon te reproduceren. Zodra
een toets wordt ingedrukt, wordt er een Note-on (toets-is-ingedrukt) boodschap geproduceerd en als deze toets wordt
losgelaten een Note-off (toets-is-losgelaten) boodschap. Behalve het toetsnummer (een codering voor de naam van de
gespeelde noot) worden in deze Note-on en Note-off boodschappen ook de toetsdynamiek (de snelheid van het neerdrukken
resp. loslaten van de toets) als code meegezonden.
De
NOTE ON
boodschap wordt verstuurd na het indrukken van een toets en bevat de volgende informatie:
Note On
[Noot Aan]:
informatie over wanneer werd een toets ingedrukt;
Note Number
[Nootnummer]:
code van de ingedrukte toets en dus van de gespeelde noot;
Velocity
[Snelheid]:
een maat voor de kracht, de snelheid waarmee de toets werd ingedrukt.
De nummers voor de toetsen lopen van 0 tot 127, waarbij de centrale C wordt gerepresenteerd met het nummer 60.
De
NOTE OFF
boodschap, die wordt verstuurd na het loslaten van en toets en als effect heeft dat de klinkende toon wordt
beëindigd, bevat de volgende informatie:
Note Off
[Noot Uit]:
informatie over het moment dat een toets wordt losgelaten;
Note Number
[Nootnummer]:
code van de losgelaten toets;
Velocity
[Snelheid]:
een maat voor de snelheid waarmee de toets werd losgelaten
N.B.:
Een Note On boodschap met Velocity=0 wordt geïnterpreteerd als een Note Off boodschap.