NL - 4
Viscount
Chorale 1
Handleiding
Het paneel aan de voorzijde van uw instrument geeft toegang tot alle instelbare eigenschappen en
functies. Hieronder volgen de namen van de druktoetsen:
1. [POWER]
: Aanzetten van de Chorale 1.
2. [MASTER VOL.]
: Regelt de algemene geluidssterkte.
3. [BALANCE]
: Hiermee wordt de balans ingesteld tussen de
geluidssterkten van het linker deel (Bas en Manuaal 1) en het
rechter deel (Manuaal 2) van het toetsenbord.
4. [REVERB VOL.]
: Regelt de hoeveelheid nagalm.
5. [TRANSPOSER]:
verandert de toonhoogte met een bereik
van -3 tot +3 semitonen (halve toonafstanden) in stappen van
één semitoon.
6. [TEMPERAMENT]:
Met deze instelparameter kan worden
gekozen uit een reeks historische stemmingen (‘temperaturen’),
afkomstig uit verschillende cultuurperioden en landen. Om een
‘temperatuur’ te kiezen, dient u de knop herhaald in te drukken
tot de gewenste stemming is bereikt. De bijbehorende LED
(diode-lampje) gaat dan branden. Dit zijn de beschikbare
stemmingen:Gelijkzwevend (ook wel Evenredig Zwevend
genoemd), Middentoon, Werckmeister, Kirnberger en
Pythagoreïsch.
De gelijkzwevende stemming kent drie verschillende
instellingen:
[EQUAL]
: stemt de pijpen gelijkzwevend;
[PIPE ENS.1]
en
[PIPE ENS.2]
stemt de pijpen eveneens
gelijkzwevend maar introduceert kleine, natuurlijke verschillende verschillen in toonhoogte
(“Ensemble” effect ) als nabootsing van natuurlijke onregelmatigheden in de stemming van
orgelpijpen onder invloed van de tijd en door temperatuurschommelingen;
[PIPE ENS.2]:
Het
“Ensemble” effect is hier sterker dan bij
[PIPE ENS.1]
.
2. PANEEL AAN VOORZIJDE