Tijdens het draaien van de motor mogen geen van de 4 contro-
lelampjes branden.
Beveiligingen op oliedruk, koelwatertemperatuur en buitenwater-
toevoer schakelen bij een storing de generatorset automatisch
uit.
Het laadstroomcontrolelampje zal aangaan als de dynamo niet
meer laadt, maar de motor zal blijven draaien.
Stoppen
Schakel alle stroomverbruikers uit. laat de generatorset nog ca.
minuut onbelast lopen.
Druk de ‘STOP’-toets in tot het controlelampje ‘In bedrijf’ uit gaat.
Laat dan de ‘STOP’-toets weer los. De motor wordt nu gestopt.
Stoppen, bij uitval van het electrische (12 Volt)
systeem
GHS4, GHS14, GHS24, GLS6.5, GLS14 en GLS25:
Bij uitval van het electrische (2 Volt) systeem zal de motor
onmiddellijk stoppen.
GHS6.5 en GHS8:
De motor zal bij uitval van het electrische (2 Volt) systeem blij-
ven draaien.
De motor kan worden gestopt door het in drukken van de zwarte
knop op de brandstofpomp.
Indien de generatorset langere tijd niet gebruikt wordt verdient
het aanbeveling de buitenboordkraan te sluiten en de hoofd-
schakelaar in de stand UIT te draaien.
WAARSCHUWING
Sluit ook altijd de buitenboordkraan indien tijdens
het varen de generatorset niet gebruikt wordt.
4
Gebruik
Bedrijf
Stoppen
3
Содержание GHS14
Страница 307: ...305 10 Hovedm l Huvuddimensioner Viktigste m l P mitoitukset...
Страница 310: ...308 10...
Страница 311: ...309...