GEBRUIKSAANWIJZINGEN
22
87-900-854-01 (C)
Verbindingskabel tussen controller en pomp
Verbindingskabel tussen controller en transformator
INSTALLATIE
!
De spanningen aanwezig tussen de controller en de
bijbehorende transformator, en tussen de transformator
en het aanvoernet zijn dusdanig dat ze gevaar
opleveren voor degene die hiermee in contact komt. Bij
de definitieve installatie van controller en voedings-
transformator, deze op passende wijze tegen eventueel
contact beschermen.
!
In de controller ontwikkelen zich hoge spanningen die
zware beschadigingen of de dood kunnen veroorzaken.
Alvorens installatie- of onderhoudswerkzaamheden uit
te voeren, de controller van de voeding afkoppelen. In
de controller ontwikkelen zich hoge temperaturen die
zware schade kunnen veroorzaken. Bij de definitieve
installatie van de controller, deze op passende wijze
tegen eventueel contact beschermen.
OPMERKING
De controller die definitief in het systeem geïnstalleerd
wordt moet zodanig geplaatst worden dat de koellucht
vrij rondom het apparaat kan circuleren. De controller
mag niet geïnstalleerd en/of gebruikt worden in ruimten
die blootgesteld zijn aan de weersomstandigheden
(regen, vorst, sneeuw), stof, agressieve gassen, of in
ruimten met explosiegevaar of zeer hoog brandgevaar.
Tijdens de werking moeten de volgende omgevings-
condities aanwezig zijn:
•
temperatuur: van 0 °C tot +40 °C
•
relatieve vochtigheid: 0 - 95%
(niet condenserend).
GEVAAR
!
GEVAAR
!