P/N 1070341 • REV 2.0 • ISS 22FEB11
35 / 56
de eerste of op de tweede databus hebben geen invloed op de
werking, aangezien beide databussen zich als één gedragen.
Sluit de deurcontacten en de uitgangsverzoek drukknoppen,
overeenkomstig met elke deur, aan op de ATS125x ingangen.
Aan elke externe interface wordt een adres toegewezen. De
interfaces worden in volgorde gepold door de ATS125x. Externe
interfaces kunnen maximaal op afstand van 1,5 km geplaatst
worden van de ATS125x. Elke lokale databus moet een TERM
afsluiting hebben aan beide uiteinde.
Tabel 4: ATS1190
12 V
Rood
0 V
Zwart
D+ Wit
D
−
Groen
Aansluiting deurcontact en uitgangsverzoek drukker (RTE)
Figuur 8 inhoud
Items Beschrijving
1 Deurcontact
2
Uitgangsverzoek drukker (RTE)
Aansluiting deurslot of grendel
Zie figuur 9.
DIP-switch instellingen
De DIP-switch 1 tot en met 4 (DI-adres) worden gebruikt ter
identificatie van een DI bij het Advisor Master controlepaneel,
m.a.w. het toewijzen van het DI-adres. Een 4-deuren DI kan
uitsluitend worden geadresseerd als data-interface 1 tot en
met 12.
DIP-switch 5 en 6 worden gebruikt voor ingangen
uitbreidingen.
Figuur 6 inhoud
Items Beschrijving
1.
8 standaard ingangen (geen uitbreidingen)
2.
8 standaard in 1xATS1202
3.
8 standaard in 2xATS1202
4.
8 standaard in 3xATS1202
DIP-switch 7 en 8 worden niet gebruikt.
Ingangen, GI’s en uitgangen
Nummering
Alle DI’s, ingangen, GI’s en uitgangen zijn genummerd volgens
een bepaalde methodiek. Deze nummers worden bij het
programmeren gebruikt voor het bepalen van de fysieke
nummers/locaties van DI’s, uitgangen enz.
Tabel 5: Ingangen, GI’s en uitgangen toegewezen aan DI
DI /
controlepaneel
Ingangen /
GI’s /
uitgangen
DI
/
controlepaneel
Ingangen /
GI’s /
uitgangen
Controlepaneel
1–16
DI 7
113–128
DI 1
17–32
DI 8
129–144
DI 2
33–48
DI 9
145–160
DI 3
49–64
DI 10
161–176
DI 4
65–80
DI 11
177–192
DI 5
81–96
DI 12
193–208
DI 6
97–112
Ingangen
Aan een ATS125x 4-deuren DI adres zijn standaard 16
ingangen toegewezen (of 32 ingangen, indien 2 DI adressen
worden gebruikt). Voor deze ingangen wordt de
standaardnummering gebruikt.
Bijvoorbeeld: ATS125x 1 is DI 1 en heeft 16 ingangen, die door
het ATS-controlepaneel geïdentificeerd worden als ingangen
17 tot en met 32.
Wanneer alle 32 ingangen worden gebruikt, is het volgende DI
adres niet meer beschikbaar:
Bijvoorbeeld: DI1: ingangen 17–48, DI2 is niet bruikbaar, DI3:
ingangen 49–64.
Zie tabellen op pagina 36 voor meer informatie, over standaard
ingangen en deurrelais instellingen.
Opmerking:
De ATS125x 4-deuren DI heeft standaard 8
ingangen. Een uitbreiding van 24 ingangen kan gerealiseerd
worden door het aansluiten van ATS1202 ingangen-
uitbreidingen.
GI’s
Kaartlezers, bediendelen (ATS110x, ATS115x), en ATS1170
interface’s zijn GI’s en dienen gepold te worden voor gebruik.
GI’s die gepold worden kunnen gegevens versturen naar de
ATS125x. GI’s worden aangesloten op de lokale databussen
van ATS125x. Elke GI heeft een uniek nummer in het systeem
afhankelijk van het 4-deuren DI adres en GI adres op de lokale
databus. Zie Tabel 5 hierboven voor meer details.
16 GI’s kunnen worden aangesloten op de lokale databussen
van de ATS125x. Het GI adres is gerelateerd aan een
specifieke deur op de ATS125x en aan de lezerfunctie (in lezer
of uit lezer) van dezelfde deur.
Tabel 6: GI adres en lezer functie
Deur
IN IN UIT
UIT
Deur
1
1 5 9 13
Deur
2
2 6 10 14
Deur
3
3 7 11 15
Deur
4
4 8 12 16
Uitgangen
De 4-deuren DI beschikt standaard over één schakelbare
spanningsgestuurde uitgang (externe sirene). Daarnaast zijn er
standaard vier ontgrendelrelais beschikbaar op de 4-deuren
DI, één per deur (K1–K4).
Содержание Interlogix ATS125 Series
Страница 56: ...56 56 P N 1070341 REV 2 0 ISS 22FEB11 ...