21
NL
samenstellende onderdelen in goede bedrijfsstaat
verkeren: veiligheidssysteem, vergrendeling. Bij het
plaatsen van het toestel mogen de veiligheidsfuncties
van het toestel niet aangetast zijn.
15. Bij een valbeveiligingssysteem is het belangrijk de
vrije valhoogte onder de operator op de werkplaats
te controleren vóór elk gebruik, zodat er bij een val
geen risico bestaat op aanraking met de grond of
met een obstakel op het traject van de val.
16. Een harnasgordel is de enige uitrusting voor het
beveiligen van het lichaam die u mag gebruiken in
een valbeveiligingssysteem.
17. Voor de veiligheid van de operator is het essentieel
dat het harnas of het verankeringspunt correct
gepositioneerd is en dat het werk zodanig wordt
uitgevoerd dat het risico op vallen en de hoogte
geminimaliseerd wordt.
18. Als het product verkocht wordt in een ander land dan
het oorspronkelijk land, moet de verkoper voor de
veiligheid van de operator het volgende leveren: de
gebruiksaanwijzing, de instructies voor het onderhoud,
periodieke controles en reparaties, opgesteld in de
taal van het land van gebruik van het product.
19. Zorg ervoor dat er een reddingsplan is opgesteld.
OPMERKING
Aarzel niet contact op te nemen met Tractel
®
S.A.S. voor alle speciale toepassingen.
2.
Definities en pictogrammen
2.1.
Definities
“
Gebruiker
”: Persoon of afdeling verantwoordelijk voor
het beheer en de gebruiksveiligheid van het in deze
handleiding beschreven product.
“
Technicus
”:
Bevoegd persoon, belast met de
onderhoudswerkzaamheden die in deze handleiding
worden beschreven en waarvoor de gebruiker is
gemachtigd. Deze persoon kent het product en kan
ermee werken.
“
Operator
”: Persoon die gebruik maakt van het product
volgens de gebruiksnormen ervan.
“
PBM
”: Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen het
vallen van een bepaalde hoogte.
“
Connector
”: Verbindingsstuk tussen de onderdelen
van een valbeveiligingssysteem. Dit element is conform
de norm EN 362.
“
Harnasgordel
”: Valbeveiligingsuitrusting ter
bescherming van het lichaam bestaande uit riemen en
gespen. Omvat antivalbevestigingspunten gemarkeerd
met een A indien ze alleen gebruikt mogen worden,
of met een A/2 indien ze in combinatie met een ander
A/2-bevestigingspunt gebruikt dienen te worden. Dit
element is conform de norm EN 361.
“
Maximale gebruiksbelasting
”: Maximale massa van
de operator voorzien van zijn reddingsuitrusting en
uitgerust met zijn PBM, werkkledij, gereedschap en
onderdelen die hij nodig heeft voor de werkzaamheden.
“
Reddingssysteem
”: Een set van producten die uit de
volgende elementen bestaat:
–
Harnasgordel of harnas met zitgordels of
reddingsharnas / reddingsgordels.
– Hijssysteem voor reddingsdoeleinden.
– Verankering Tractel
®
tracpode™.
– Verbindingselement.
“
Element van het reddingssysteem
”: Algemene term
die één van de volgende elementen aanduidt:
–
Harnasgordel of harnas met zitgordels of
reddingsharnas / reddingsgordels.
– Hijssysteem voor reddingsdoeleinden.
– Verankering Tractel
®
tracpode™.
– Verbindingselement.
“
Hijsmiddel voor reddingsdoeleinden EN
1496 categorie A
”: onderdeel van persoonlijke
reddingsuitrusting voor reddingsdoeleinden. De
gebruiker is in staat om zichzelf van een laag punt naar
hoger punt te hijsen, of zij worden omhoog getrokken
door een redder.
“
Reddingsuitrusting
”: individueel valbeveiligingssysteem
waarmee een operator zichzelf kan redden of andere
personen kan redden om elke val te verhinderen.
2.2. Pictogrammen
GEVAAR
: verwijst naar instructies om schade bij
de gebruiker, in het bijzonder dodelijke, ernstige
of lichte verwondingen, en milieuschade te
voorkomen.
BELANGRIJK
: Geplaatst aan het begin van een
regel, geeft instructies om defecten en schade aan
uitrusting te voorkomen, die echter geen
rechtstreeks gevaar inhouden voor het leven of de
gezondheid van de operator of van andere
personen en/of die geen milieuschade kunnen
veroorzaken.
OPMERKING
: Geplaatst aan het begin van een
regel, geeft instructies over het verzekeren van
de doeltreffendheid of het gebruiksgemak van
een installatie, het gebruik of de
onderhoudswerkzaamheden.
3. Gebruiksvoorwaarden
Controles voor gebruik