25
NL
worden door een bevoegde en bekwame technicus
die de periodieke inspectie heeft uitgevoerd. Deze
inbedrijfstelling van het product moet geregistreerd
worden op het controleblad in het midden van deze
handleiding. Dit controleblad moet tijdens de gehele
levensduur van het product bewaard worden, totdat het
product vervangen wordt.
14. Levensduur
De PBM in textiel van TRACTEL
®
zoals de harnassen,
leiriemen, lijnen, koorden en energieabsorbers,
de mechanische PBM van TRACTEL
®
zoals de
antivalbescherming stopcable™ en stopfor™ en de
valstoppen met automatische retour zoals de blocfor™
en de levenslijnen van TRACTEL
®
, de mechanische
hijsmiddelen voor reddingsdoeleinden van TRACTEL
®
zoals de caRol™ takel kunnen worden gebruikt vanaf
de productiedatum op voorwaarde dat zij worden
onderworpen aan:
•
een normaal gebruik met inachtneming van de
gebruiksinstructies uit deze handleiding,
• een periodieke inspectie die tenminste 1 keer per
jaar door een bevoegde en bekwame technicus moet
worden uitgevoerd. Aan het einde van deze periodieke
inspectie moet deze uitrusting schriftelijk bedrijfsklaar
worden verklaard;
•
een strenge naleving van de opslag- en
transportvoorwaarden die in deze handleiding staan
beschreven.
15. Afdankprocedure
Bij het afdanken van het product is het verplicht
de verschillende onderdelen te recyclen door de
metalen materialen van de synthetische materialen te
scheiden. Deze materialen moeten bij gespecialiseerde
organismen gerecycled worden. Bij het afdanken moet
de demontage, voor de scheiding van de bestanddelen,
uitgevoerd worden door een deskundig persoon.
2 - Gebruik van de caRol™ takel
voor het hijsen van lasten conform
de richtlijn 2006/42/EG:
Hijsen van een last met de caRol™ takel:
GEVAAR
: de caRol™ takel mag niet gebruikt
worden als hijsmiddel voor lasten wanneer de
tracpode™ gebruikt wordt als:
• Valbeveiligingsverankering
• Systeem voor reddingsoperaties
• Verankeringssysteem voor werklijnen
De maximale gebruikslast bedraagt 250 kg wanneer de
caRol™ takel gebruikt wordt op één van de benen van
de tracpode™
Voor het hijsen moet u de last bevestigen aan de
connector op het einde van de kabel.
Tijdens het hijsen moet de operator zeker zijn dat geen
enkele andere operator zich onder de last bevindt
wanneer deze in beweging is.
Tijdens het hijsen moet u de kruk in de richting van de
pijl M bewegen om de last naar boven te trekken en in
de andere richting om deze te laten zakken.
3 - Gebruik van de caRol™ takel als
systeem voor werklijnen conform
de richtlijn 2001/45/EG:
Gebruik als werklijn met de caRol™ takel:
GEVAAR
: de caRol™ takel mag niet gebruikt
worden als hijsmiddel voor lasten wanneer de
tracpode™ gebruikt wordt als:
• Valbeveiligingsverankering
• Systeem voor reddingsoperaties
• Verankeringssysteem voor werklijnen
Gebruik als werklijn met de caRol™ takel:
De caRol™ takel kan gebruikt worden als systeem
voor werklijnen conform de richtlijn 2001/45/EG van
het Europees parlement van 27 juni 2001.
Na te leven voorwaarden voor het gebruik van
toegangs- en positioneringstechnieken met lijnen
Het systeem moet minstens een werklijn (of -kabel)
omvatten (vb.: een caRol™ reddingstakel, een
afdaalapparaat, een stopper) dat dienst doet als een
middel voor toegang, stijgen of dalen en ondersteunen.
De veiligheidslijn (of -kabel) moet voorzien zijn van een
valbeveiligingssysteem (een valstop op een flexibele
ankerlijn van het type Stopfor™ of een valstop met
automatische retour van het type Blocfor™). Deze
twee middelen moeten gescheiden verankerd worden
aan twee verankeringspunten conform de norm
EN795 of aan één verankeringspunt waarvoor een
berekeningsnota is opgesteld door de werkgever of een
deskundig persoon.
De operatoren die de toegangs- en
positioneringstechnieken met lijnen gebruiken moeten
uitgerust zijn met een geschikte harnasgordel die ze
moeten gebruiken en verbinden met de veiligheids- en
werklijn.