18 of 56
Manual Ref. no. AIM 000 388-5
Pagina 2: Instelling voor de achterbumper
De bediener kan hier de juiste waarde voor het geheugen invoeren en verkeerde waarden corrigeren. Daarbij moet in het systeemgeheugen als X1-
waarde de desbetreffende “a”-waarde zoals vermeld in de tabel worden ingevoerd.
Uit de zoemers voor en achter klinken twee harde pieptonen; het systeem geeft daarmee aan dat het naar menupagina 2 is overgeschakeld. Nu kan
de bediener verdere instellingen verrichten.
Als de waarde in het systeemgeheugen juist (X1=a) is, hoeft de bediener alleen maar een keer in en uit de achteruitversnelling te schakelen om
naar de volgende menupagina te gaan. Is de waarde niet juist, dan moet de drukknop zo vaak worden ingedrukt als in de tabelregel “a” – Instelling
van de achterbumper – staat vermeld. Na elk indrukken van de drukknop geeft het systeem door een bepaald aantal pieptonen van de zoemer
achter de in het systeem opgeslagen waarde weer: 1 pieptoon van de zoemer achter = de ingestelde waarde is 1 (X1=1), 3 pieptonen = de
ingestelde waarde is 3, .... Zodra de waarde in het systeemgeheugen juist is, één keer in en uit de achteruitversnelling schakelen: het systeem slaat
de waarde automatisch op en gaat naar de volgende pagina. Of de ontsteking uitschakelen en de setup beëindigen.
Pagina 3: Instelling voor de voorbumper
Voor dit menu geldt de bovengenoemde beschrijving op analoge wijze. De bediener vergelijkt de X2-waarde met de waarde in regel “b” - Instelling
voor de voorbumper - in de tabel.
Pagina 4: Instelling voor de achterwielaandrijving
Voor dit menu geldt de bovengenoemde beschrijving op analoge wijze. De bediener vergelijkt de X3-waarde met de waarde in regel “c” - Instelling
voor de achterwielaandrijving - in de tabel.
Pagina 5: Instelling voor de voorwielaandrijving
Voor dit menu geldt de bovengenoemde beschrijving op analoge wijze. De bediener vergelijkt de X4-waarde met de waarde in regel “d” - Instelling
voor de voorwielaandrijving - in de tabel.
Pagina 6: Weergave van systeemfouten
Deze menupagina geeft informatie over eventuele systeemfouten. Het systeem geeft eerst 6 harde pieptonen via de zoemers voor en achter af om
aan te geven dat menu 6 actief is. Als er fouten optreden klinken van de zoemers voor en achter één of meerdere pieptonen als volgt:
1 pieptoon
Fout van de achterbumper (zoemer beschadigd, verkeerd aangesloten, kabelbreuk, ...)
2 pieptonen
Fout van de voorbumper (zoemer beschadigd, verkeerd aangesloten, kabelbreuk, ...)
3 pieptonen
Storing in de ECU (= het elektronische besturingsapparaat) (hardware of software)
4 pieptonen
Sensorstoring (sensor beschadigd, verkeerd aangesloten, kabelbreuk, ...)
De bediener kan de akoestische weergaven herhalen door de drukknop na het uitlezen nog eens in te drukken.
Als er een sensorstoring optreedt, kan de bediener door in- en uitschakelen van de achteruitversnelling voor meer informatie naar de volgende
menupagina gaan. Anders kan hij voor het beëindigen van de setup de ontsteking uitschakelen.
Pagina 7: Weergave van sensorstoringen
Als het systeem een sensorstoring constateert (4 pieptonen bij de vorige pagina), geeft deze menupagina aan, op welke sensor een storing
optreedt.
Eerst geven de zoemers voor en achter 7 harde pieptonen af om aan te geven dat het systeem naar de menupagina 7 is gegaan.
Afhankelijk van op welke sensor een storing optreedt, geeft het systeeem één of meerdere pieptonen als volgt af:
1 pieptoon
Zoemer achter
Storing op de sensor 1 achter
2 pieptonen
Zoemer achter
Storing op de sensor 2 achter
5 pieptonen
Zoemer achter
Storing op de sensor 3 achter
6 pieptonen
Zoemer achter
Storing op de sensor 4 achter
1 pieptoon
Zoemer voor
Storing op de sensor 1 voor
2 pieptonen
Zoemer voor
Storing op de sensor 2 voor
5 pieptonen
Zoemer voor
Storing op de sensor 3 voor
6 pieptonen
Zoemer voor
Storing op de sensor 4 voor
De bediener kan de akoestische weergaven herhalen door de drukknop na het uitlezen nog eens in te drukken.
Anders kan hij door in- en uitschakelen van de achteruitversnelling naar menupagina 1 terugkeren of voor het beëindigen van de setup de
ontsteking uitschakelen.
