166
9
BEDIENING EN WERKING VAN DE
AIRCONDITIONER
Controles voordat u het apparaat gaat gebruiken
• Controleer of aardingskabel los of verwijderd is.
• Controleer of het luchtfilter geïnstalleerd is in de binnenunit.
• Controleer of de luchtuitlaat of -inlaat niet geblokkeerd is.
• Schakel de hoofdschakelaar of de onderbrekerschakelaar in om
de airconditioner in te schakelen.
Verwarmingscapaciteit
• Voor verwarmen wordt een warmtepompsysteem gebruikt dat van buitenaf aangezogen lucht verwarmt en in de ruimte blaast.
Wanneer de buitenluchttemperatuur daalt, zal de verwarmingscapaciteit afnemen.
• Wanneer de buitenluchttemperatuur laag is, is het aan te bevelen om de installatie in combinatie met andere
verwarmingsapparatuur te gebruiken.
Ontdooien tijdens verwarmen
• Als in de buitenunit ijsvorming optreedt tijdens verwarmen, zal de besturing de werkingsmodus automatisch omschakelen naar
ontdooien, om de buitenunit op te warmen (gedurende ongeveer 2 tot 10 minuten).
• Tijdens ontdooien worden de ventilatoren van de binnen- en buitenunits gestopt.
3 minuten bescherming
• De buitenunit kan niet binnen 3 minuten opnieuw worden ingeschakeld, nadat de airconditioner werd uitgeschakeld of de AAN/
UIT-schakelaar werd ingeschakeld. Dit is om het systeem te beschermen.
Netstroomonderbreking
• Als er tijdens bedrijf een stroomonderbreking optreedt, worden alle functies gestopt.
• Druk, om het apparaat opnieuw te starten, nogmaals op de AAN/UIT-toets.
Draaien van ventilator van een apparaat dat gestopt is
• Terwijl andere binnenunits in bedrijf zijn, zal de ventilator van de binnenunits die “standby” staan elk uur gedurende enkele
minuten draaien.
Beveiliging (Hogedrukschakelaar)
De hogedrukschakelaar stopt de airconditioner automatisch wanneer de airconditioner te zwaar belast wordt.
Als de beveiliging ingeschakeld is, zal de verklikkerlamp In bedrijf branden, maar de airconditioner niet werken.
Controleer, wanneer de beveiliging ingeschakeld is, of de melding “
” in het display van de afstandsbediening knippert.
De beveiliging zal in de volgende gevallen ingeschakeld worden.
<Koelen>
• Wanneer de luchtinlaat of luchtuitlaat van de buitenunit geblokkeerd is.
• Wanneer er voortdurend een sterke wind tegen de luchtuitlaat van de buitenunit waait.
<Verwarmen>
• Wanneer er veel stof of vuil op het luchtfilter van de binnenunit is neergeslagen.
• Wanneer de luchtuitlaat van de binnenunit geblokkeerd is.
Koelen/verwarmen met de MiNi-SMMS-airconditioner
• Bij de MiNi-SMMS-airconditioner kan elke binnenunit afzonderlijk bediend worden.
Het is echter niet mogelijk om gelijktijdig te koelen en te verwarmen met behulp van de binnenunits die verbonden zijn met
dezelfde buitenunit. Wanneer koelen en verwarmen gelijktijdig ingeschakeld worden, zal de koelende binnenunit stoppen en wordt
“
” in het display daarvan weergegeven. De verwarmende binnenunit blijft in bedrijf. Als de manager de functie koelen of
verwarmen onveranderlijk heeft ingesteld, is het niet mogelijk om een andere functie te selecteren. Wanneer een andere functie
dan de ingestelde functie geactiveerd wordt, wordt “
” in het display weergegeven en wordt het apparaat uitgeschakeld.
Kenmerken bij verwarmen
• Wanneer het apparaat ingeschakeld wordt, zal het niet meteen warme lucht uitblazen.
Na ongeveer 3 tot 5 minuten (afhankelijk van de ruimte en/of de buitenluchttemperatuur) zal de warmtewisselaar van de
binnenunit opgewarmd zijn, waarna er warme lucht uitgeblazen wordt.
• Tijdens bedrijf kan de buitenunit stoppen als de buitenluchttemperatuur te hoog wordt.
• Wanneer andere buitenunits verwarmen terwijl de ventilator ingeschakeld is, zal de ventilator tijdelijk uitgeschakeld wordt om te
voorkomen dat warme lucht uitgeblazen wordt.
Gebruikscondities voor de airconditioner
Gebruik de airconditioner, voor optimale prestaties, alleen onder de volgende temperatuurscondities:
WAARSCHUWING
Schakel de voedingsspanning minimaal
12 uur voordat u het apparaat gaat gebruiken in.
Als de airconditioner wordt gebruikt buiten de hierboven genoemde condities, is het mogelijk dat de beveiligingen van het apparaat
geactiveerd worden.
Koelen
Verwarmen
Buitenluchttemperatuur
: –5 °C tot +43 °C (droge bol)
Kamertemperatuur
: 21 °C tot 32°C (droge bol), 15°C tot 24 °C (natte bol)
LET OP
Relatieve luchtvochtigheid in de ruimte: lager dan 80 %. Als de airconditioner bij
temperaturen buiten deze bereiken wordt gebruikt, kan condensvorming optreden.
Buitenluchttemperatuur
: –15°C tot 15.5°C (natte bol)
Kamertemperatuur
: 15°C tot 28°C (droge bol)
Nederlands-22
Содержание MMU-AP0071MH
Страница 194: ...193 1 194 2 196 3 199 4 202 5 203 6 208 7 209 8 210 9 214 10 215 HFC R410A R22 China 1 ...
Страница 195: ...194 1 China 2 ...
Страница 196: ...195 1 China 3 ...
Страница 198: ...197 MMU AP0071YH AP0121YH MMU AP0152SH AP0182SH AP0242SH 2 China 5 ...
Страница 199: ...198 MMK AP0071H AP0241H MMK AP0073H AP0243H MMK AP0072H AP0122H China 6 ...
Страница 204: ...203 30 PRE HEAT 5 SWING FIX 4 China 11 ...
Страница 205: ...204 1H SWING 2H China 12 ...
Страница 208: ...207 1 2 1H 2H 3H 2SH 1 2 3 4 5 1YH 5 China 15 ...
Страница 210: ...209 7 1 m 80 China 17 ...
Страница 212: ...211 8 China 19 ...
Страница 213: ...212 1H 2H 3H 2H 3H 1 2 3 4 5 China 20 ...
Страница 214: ...213 8 China 21 ...
Страница 215: ...214 9 10 MiNI SMMS MiNI SMMS 12 5 C 43 C 21 C 32 C 15 C 24 C 80 15 C 15 5 C 15 C 28 C China 22 ...
Страница 216: ...215 10 ON OFF ON China 23 ...