bijv.
1
0
bijv.
1
2
3
C
Int
of
130
Basisregels voor de bediening
Wanneer u de onderstaande eenvoudige regels in acht neemt, zult u snel vertrouwd
raken met de bediening van uw telefoon.
Hoe de functies in de telefoon zijn gerangschikt
A3
A2 VoL _1 _
A1
_
01 01805221491_
02 01805221490_
...
1
Uw telefoon heeft veel functies (menupunten),
die u niet direct kunt zien. Ze staan onder elkaar
in een genummerde lijst.
Boven de uitgangsstand staan de menupunten
A1 – A4.
Op het display staat het menupunt dat u heeft
geselecteerd (hier de uitgangsstand).
Onder de uitgangsstand staan de menupunten
01 – 38.
Functies selecteren
Blader met de keuzetoetsen omhoog of omlaag door
de verschillende menupunten.
Om vanuit iedere willekeurige plaats naar de uitgangs-
stand te “springen”, drukt u op de “Home”-toets.
Verkort kiezen
Voer in de uitgangsstand het nummer van het menu-
punt waar u naartoe wilt springen.
Blader met de keuzetoets eenmaal omlaag.
De gewenste functie wordt op het display weerge-
geven, evt. met actuele instelling.
Nummers invoeren
Om een telefoonnummer in te voeren, drukt u op de
gewenste cijfertoetsen.
Wanneer u een onjuist nummer intoetst, drukt u kort
op de toets “Wissen”.
Het laatste cijfer in het display wordt gewist.
Ingevoerde gegevens opslaan
Ieder nummer dat u op het display ziet, wordt automa-
tisch opgeslagen , wanneer u op een van de keuzetoet-
sen of op de toets “Home” drukt.
Invoer afbreken, zonder op te slaan
Druk op de toets “Intern” of “Hoorn”.