A-9100
VULINSTRUCTIES
VOORZICHTIG–
Gebruik alleen vers gedistilleerd of gesteriliseerd water op kamertemperatu-
ur. Voeg geen medicijnen of andere stoffen toe aan het water.
Zorg ervoor dat de zes grendelstanden (
) allemaal dicht zijn en dat de sluitring correct
is aangebracht. Houd de luchtbevochtiger verticaal met de inlaat en de uitlaatopeningen
omhoog wijzend. Giet voldoende water in beide openingen (
afbeelding 2
) totdat het
waterpeil in beide helften van de kamer tussen de minimale en maximale vullijnen aan de
bovenkant van de deksel van de luchtbevochtiger instaat. Het waterpeil moet over de hele
lengte tussen de vullijnen instaan, zoals aangegeven in
afbeelding 3
. De luchtbevochtiger
kan tevens worden gevuld door een vooraf afgemeten hoeveelheid water (tussen 425 ml en
525 ml) in beide uitlaatopeningen te gieten.
Controleer vóór elk gebruik of de luchtbevochtiger schoon is (raadpleeg de
Onderhouds- en
Reinigingsinstructies
) en tot op het juiste niveau is gevuld met vers gedistilleerd of gester-
iliseerd water op kamertemperatuur.
WAARSCHUWING
Vul de luchtbevochtiger niet terwijl deze is aangesloten op de CPAP of ventilator.
Vermijd het risico van elektrische schokken door te voorkomen dat de CPAP of
ventilator in aanraking komt met water.
VOORZICHTIG–
Controleer de sluitring vóór elk gebruik op beschadigingen of slijtage.
Vervang de sluitring als deze beschadigd is of als de sluitring niet meer
goed afsluit. Gebruik de sluitring met artikelnummer 9100D-600 ter ver-
vanging.
AANSLUIT- EN INSTALLATIE-INSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Plaats de luchtbevochtiger niet boven op het CPAP-apparaat of de ventilator.
WAARSCHUWING
De luchtbevochtiger moet zich altijd op een lager niveau bevinden dan het masker
en het CPAP-apparaat of de ventilator.
WAARSCHUWING
De luchtbevochtiger moet altijd recht staan om een goede werking te kunnen
waarborgen.
Als het CPAP-apparaat of de ventilator klein genoeg is om veilig boven op de luchtbe-
vochtiger te kunnen worden geplaatst, kunt u dit zonder problemen doen (
afbeelding 4
).
Als dit niet het geval is, moet het CPAP-apparaat of de ventilator naast de luchtbevochtiger
worden geplaatst (
afbeelding 5
).
1. Sluit het ene uiteinde van de 38 cm lange aansluitslang aan op één van beide ingan-
gen van de luchtbevochtiger. Sluit het vrije uiteinde van het patiëntcircuit
(patiëntslang plus maskersysteem) aan op de andere ingang van de luchtbevochtiger.
2. Sluit, terwijl het CPAP-apparaat of de ventilator is uitgeschakeld, het vrije uiteinde
van de 38 cm lange aansluitslang aan op de uitgang van het CPAP-apparaat of de
ventilator.
G e b r u i k s i n s t r u c t i e s
25
N e d e r l a n d s
Afbeelding
4
Afbeelding 5
Afbeelding 2
Afbeelding
3
Waterpeil
Max. Vulniveau
Min. Vulniveau