P o o l & We l l n e s s
31
Locatie van warmtepompen voor zwembaden
Afstand tot het zwembad
INSTALLATIE EN AANSLUITING
De unit kan vrijwel overal buiten worden gebruikt, mits aan de volgende vijf voorwaarden wordt voldaan:
1. Frisse lucht
4. Condensaatafvoer
2. Elektrische aansluitingen
5. Luchtafvoer
3. Leidingen voor het zwembadfi lter
De unit kan vrijwel overal buiten worden opgesteld. Raadpleeg de leverancier voor binnenzwembaden. Anders
dan bij verwarming op gas, zijn er in winderige omstandigheden geen problemen met tocht of waakvlammen.
PLAATS DE UNIT NIET in een afgesloten ruimte met een beperkt luchtvolume, waarbij de uitgaande lucht van
de unit wordt gecirculeerd.
PLAATS DE UNIT NIET bij struiken die de luchtinlaat kunnen blokkeren. Op deze locaties is er niet voortdurend
frisse lucht aanwezig, waardoor het rendement van de unit kan afnemen en deze mogelijk niet voldoende
warmte kan leveren.
Normaal gesproken wordt de warmtepomp binnen een afstand van 7,5 meter van het zwembad geïnstalleerd.
Naarmate de afstand tot het zwembad groter wordt, neemt ook het warmteverlies via de leidingen toe.
De leidingen zijn voor het merendeel ingegraven. Daarom is het warmteverlies minimaal bij een afstand tot
15 meter (15 meter leiding naar en vanaf de pomp = 30 meter in totaal), tenzij de grond nat is of het grond-
waterpeil hoog is. Zeer grof geschat bedraagt het warmteverlies per 30 meter 0,6 kW/h (2000 BTU) voor
elke 5 ℃ temperatuurverschil tussen het zwembadwater en de grond waarin de leiding ligt, wat neerkomt op
ongeveer 3% tot 5% extra opwarmtijd.
3.INSTALLATION UND ANSCHLUSS
3.2 Standort für Pool-Wärmepumpe
Das Gerät funktioniert überall im Freien gut, wenn die folgenden drei Voraussetzungen erfüllt sind:
1. Frischluft - 2. Stromversorgung - 3. Leitungen des Poolfilters
Das Gerät kann praktisch überall an jedem Außenstandort installiert werden. Für Swimmingpools in
geschlossenen Räumen wenden Sie sich bitte an Ihren Lieferanten. Im Gegensatz zu einer Gasheizung
entstehen in einer windigen Umgebung keine Probleme durch Zugluft oder mit der Zündflamme.
Das Gerät DARF NICHT in geschlossenen Bereichen mit wenig Luft aufgestellt werden, in denen die Abluft
des Geräts wieder angesaugt wird.
Das Gerät DARF NICHT an Sträuchern aufgestellt werden, die eine Luftzufuhr verhindern können. An
diesen Orten kann keine kontinuierliche Frischluftzufuhr zum Gerät gewährleistet werden, was die die
Effizienz reduzieren und die Lieferung einer ausreichenden Heizleistung verhindern kann.
3.3 Der richtige Abstand zum Pool
In der Regel wird die Wärmepumpe innerhalb von 7,5 Metern vom Pool installiert. Je größer der Abstand zum Pool ist, desto
größer sind auch die Wärmeverluste in den Leitungen. In den meisten Fällen werden die Leitungen unterirdisch verlegt.
Damit sind die Wärmeverluste für Strecken bis zu 15 m minimal (15 m von und zur Pumpe = 30 m insgesamt), es sei denn,
der Boden ist feucht bzw. der Grundwasserpegel ist hoch. Der Wärmeverlust für 30 m lässt sich annäherungsweise mit 0,6
kWh (2000BTU) für jeweils 5
℃
Temperaturdifferenz zwischen dem Wasser im Swimmingpool und dem Boden, in dem die
Leitungen verlegt sind, veranschlagen. Das entspricht einer Verlängerung der Betriebsdauer um 3 bis 5 %. .
Lufteintritt
Luftabzug
800mm
1000mm
Lufteintrit
t
Luftabzug
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
