• 97 •
7. Sluit de lader aan op een werkend geaard stopcontact van 230 V.
8. Het groene SPANNINGSLAMPJE gaat branden.
9. Wanneer het laden is voltooid, haalt u de stekker van de lader uit het
stopcontact, verwijdert u de klemmen van het chassis van het voertuig en
verwijdert u de accuklem van de accupool.
EEN ACCU BUITEN HET VOERTUIG LADEN
1. Plaats de accu in een goed geventileerde ruimte.
2. Reinig de accuklemmen.
3. Sluit de accu met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen zoals beschreven
in sectie 6 en 7.
4. Sluit de lader aan op een werkend geaard stopcontact van 230 V.
5. Het groene SPANNINGSLAMPJE gaat branden.
6. Wanneer het laden is voltooid, haalt u de stekker van de lader uit het
stopcontact, koppelt u de negatieve klem los en ten slotte de positieve klem.
7. Een bootaccu moet worden verwijderd en op de wal worden geladen.
DE KABELCONNECTORS MET SNELKOPPELING GEBRUIKEN
Verbind een van de twee (2) uitgangskabel met de lader. Zorg ervoor dat u de
lader op een droge, niet-ontvlambare ondergrond plaatst.
BELANGRIJK
Sluit de klemmen en de ringklemaansluitingen nooit op elkaar aan
om ze in andere toepassingen te gebruiken, zoals het opladen van
een externe accu of andere voedingsbron, of om de uitgangskabel te verlengen,
aangezien omgekeerde polariteit en/of overbelasting zullen optreden.
MET BEHULP VAN DE ACCUKLEMMEN VAN 50 AMP.
1. Sluit het uiteinde van de uitgangskabel van de oplader aan op het uiteinde van
de accuklem met snelkoppeling.
2. Volg de stappen in paragraaf 6 en 7 om de uitgangsklemmen op de accu aan
te sluiten.
3. Sluit de lader aan op een werkend geaard stopcontact van 230 V.
MET BEHULP VAN DE RINGAANSLUITINGEN
1. Om de ringconnector permanent aan een accu te bevestigen, alle moeren van
de bouten aan de accupolen losmaken en verwijderen.
2. De ring van de rode plusconnector verbinden met de pluspool (POS, P, +) van de accu.
3. De ring van de minconnector verbinden met de minpool (NEG, N, -) van de accu.
4. De moeren terugplaatsen en aandraaien om ze vast te zetten.
5. De kabel van de ringconnector met de oplader verbinden. Zorg dat beide
draden en de stekker uit de buurt van hete en bewegende onderdelen blijven.
6. Sluit de lader aan op een werkend geaard stopcontact van 230 V.