73
NL
FR
EN
DE
ES
IT
PT
SV
DA
NO
FI
HU
CS
RU
RO
PL
SL
HR
ET
LT
LV
SK
BG
Inkeping voor het vellen van de boom zagen (de
laatste inkeping zagen bij het vellen van een boom,
aan de tegenovergestelde kant van de eerste
inkeping) (fig.10)
Zaag de inkeping voor het vellen van de boom minstens
50 mm boven de horizontale inkeping. Zaag de inkeping
voor het vellen van de boom parallel met de horizontale
inkeping. Zaag de inkeping slechts zo diep in dat er
voldoende hout is om als scharnier te werken. Het
verbindingsstuk verhindert dat de boom draait en in de
verkeerde richting valt. Zaag het verbindingsstuk niet
door. Als de inkeping voor het vellen van de boom in
de buurt van het verbindingsstuk komt, moet de boom
beginnen te vallen.
Als het erop lijkt dat de boom misschien niet in de
gewenste richting valt of terugbuigt en de zaagketting
vastklemt, onderbreekt u het zagen van de inkeping voor
het vellen van de boom en gebruikt u een spie van hout,
kunststof of aluminium om de inkeping te openen en om
de boom in de gewenste valrichting te doen omslaan.
Als de boom begint te vallen, verwijdert u de kettingzaag
uit de inkeping, schakelt u de zaag uit, legt u deze
neer en verlaat u het gevarenbereik via de geplande
vluchtroute. Let op voor naar beneden vallende takken
en struikel niet.
Takken van een gevelde boom afzagen (fig. 11)
Wanneer u de takken van een gevelde boom afzaagt,
laat u grote, naar beneden gerichte takken eerst nog
staan om steun te geven aan de stam die van de grond
wordt afgehouden. Zaag kleine takken in één keer af.
Zaag staande takken van onderen naar boven om
vastklemmen van de kettingzaag te voorkomen.
Boomstam in stukken zagen (fig. 12 - 15)
H e t i s b e l a n g r i j k d a t u s t e v i g s t a a t e n u w
lichaamsgewicht gelijkmatig over beide voeten verdeelt.
Haal indien mogelijk de stam van de grond af en
ondersteun deze met takken, stammen of spieën.
Volg deze eenvoudige richtlijnen om gemakkelijk te
kunnen zagen:
a) Als de boomstam over de gehele lengte wordt
ondersteund, zaagt u vanaf de bovenkant.
b) Als de boomstam aan één kant wordt ondersteund,
zaag dan 1/3 van de boomdiameter van onderaf.
Maak dan een laatste inkeping door van bovenaf te
zagen tot in de eerste inkeping.
c) A l s d e b o o m s t a m a a n t w e e k a n t e n w o r d t
ondersteund, zaagt u 1/3 van de boomdiameter van
bovenaf en zaagt u tot slot het laatste 2/3 deel van
onderaf tot in de eerste inkeping.
d) Ga bij zaagwerkzaamheden op een helling altijd
hoger dan de boomstam staan. Verminder de
aandrukkracht wanneer de stam bijna is doorgezaagd
en blijf de handgrepen van de kettingzaag stevig
vasthouden om volledige controle te houden.
Laat de ketting de grond niet raken. Nadat u het zagen
heeft voltooid, wacht u tot de ketting tot stilstand is
gekomen voor u de kettingzaag beweegt. Schakel de
motor altijd uit voordat u naar een andere boom gaat.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Verwijder de accu altijd uit de machine voor u de
kettingspanning controleert of de ketting afstelt.
Draag beschermhandschoenen terwijl u de ketting, het
zwaard of plaatsen rond de ketting aanraakt.
KETTINGSPANNING AFSTELLEN (fig. 2)
Maak de aanspanknop voor het aandrijfwiel (item 15)
een klein beetje los door deze tegen de richting van
de wijzers van de klok te draaien.
Om de kettingspanning te verhogen, draait
u de kettingspanafstelring (13) in de richting
van de wijzers van de klok en controleert u de
kettingspanning regelmatig. Om de kettingspanning
te verminderen, draait u de kettingspanafstelring (13)
tegen de richting van de wijzers van de klok in en
controleert u de kettingspanning regelmatig.
De kettingspanning is juist wanneer de opening
tussen de zaag en het zwaard tussen de 3 en 4
mm bedraagt. Het is het beste om de ketting aan de
onderkant van het zwaard naar het midden
(weg van het zwaard) beneden te trekken en de
afstand tussen het zwaard en de zagen te meten.
Span de kettingspanknop (15) aan door deze in de
richting van de wijzers van de klok te draaien.
ZWAARD EN KETTING VERVANGEN (fig. 2, 3, 5, 7)
Om de ketting af te stellen, zet u de kettingzaag op
een vlak en effen oppervlak.
Zorg ervoor dat u het juiste vervangingszwaard en
-ketting heeft zoals eerder vermeld in het hoofdstuk
specificaties in deze gebruiksaanwijzing.
Schroef de aanspanknop voor het aandrijfwiel (item
15) los door het tegen de richting van de wijzers van
de klok te draaien tot het aandrijfwieldeksel (item 14)
los komt.
Verwijder de omkeersterbehuizing. Verwijder het
zwaard en de ketting van de machine.
Om een zwaard door een nieuw exemplaar te
vervangen, schroeft u de moer van de veiligheidstip
los, installeert u de veiligheidstip op het nieuwe
zwaard en spant u de moer aan.
RCS36-23lgs manual.indd 73
2010/12/30 3:14
Nederlands (
9
ertaling van de originele instructies)
Содержание RCS36
Страница 248: ......