Veiligheidsvoorschriften
NL14
komt dan gunstiger te liggen, waardoor de kans
op achterover kantelen kleiner wordt.
Rijd niet op hellingen als de zitting gekanteld is.
n
De begeleider die de rolstoel voortbeweegt, moet
n
blijven duwen om te voorkomen dat de rolstoel uit
eigen beweging gaat rijden.
Keer niet op een steile helling. Wanneer de rolstoel
n
dwars op een steile helling staat, is het risico op
kantelen groot.
Houd bij het afdalen altijd uw snelheid onder
n
controle.
De begeleider dient de rolstoel af te remmen aan
n
de duwhandvatten.
Indien u zelf rijdt de rolstoel uitsluitend met uw
n
handen afremmen en niet met de rem. Anders
bestaat de mogelijkheid dat u de controle over de
rolstoel verliest.