66
12. Omgang met de metaaldetector
a) Weergavereacties bij verschillende soorten metaal testen
Om succesvol op “zoektocht naar schatten” te kunnen gaan, moet u weten, hoe uw metaaldetector reageert op
verschillende metalen, diens positie en afstand tijdens het detecteren reageert. Om ervaring op te doen, kunt u
het beste thuis diverse tests met verschillende soorten metaal en verschillende detectiehoeken uitvoeren. Test de
omgang met de metaaldetector voor u echt op zoek gaat met verschillende soorten metaal (munten, ringen, zilveren
bestek, etc.), om vertrouwd te raken met het apparaat en ervaringen op te doen. Probeer de detector eerst thuis uit.
Hierbij dient u de testopbouw niet in een gebouw op een vloer of plafond uitvoeren, aangezien in veel gevallen vloeren
voorzien zijn van bewapening. We raden u aan een plastic of houten tafel te gebruiken zonder stalen onderdelen
waarop u een breed scala aan objecten kunt plaatsen.
• Verwijder voor het testen storingsbronnen en elektronische apparaten (wearables), sieraden, horloges, ringen, enz.
van uw lichaam..
• Plaats de metaaldetector op een houten of plastic tafel zonder storende metalen in de buurt. Stel de zoeksonde (1)
zo in, dat de platte kant van de zoekspoel vlak naar boven wijst.
• Beweeg een metalen teststuk op een lage hoogte in het gedeelte boven de zoekspoel heen en weer.
• Detecteer de afzonderlijke objecten van bekend materiaal zoals munten, horloges, ringen, sieraden, schroot, enz.
Onthoud de bijbehorende weergaven en akoestische signalen en de afstanden. Oefen totdat u de weergaven en
akoestische signalen duidelijk en foutloos kunt interpreteren.
• Houd het metalen teststuk onder verschillende hoeken en observeer de verschillen wat het akoestische signaal
betreft.
• Herhaal dit met teststukken van verschillende, bekende metaalsoorten.
b) Weergave en geluidssignalen interpreteren
Schakel de metaaldetector in. U hoort mogelijk een geluidssignaal voor de standaardinstelling. Bij een metalen object
dat tijdens het zoeken wordt gevonden, is de weergave of het geluidssignaal afhankelijk van verschillende factoren
en instellingen van de metaaldetector.
• De sterkte van de wijzeruitslag in de analoge display (5) geeft de afstand van een gedetecteerd signaal (meestal
van het metaal). De wijzeruitslag is een maat voor de signaalsterkte. Het geluidssignaal wordt luider naarmate de
zoekschotel (1) dichter bij de signaalbron komt; het neemt af naarmate het verder weg beweegt.
• Wanneer de drempel voor het metaal-onderscheid met de draairegelaar DISCRIMINATION (7) op de
minimumpositie is ingesteld, woren metalen unaniem geregistreerd en weergegeven. Daarna elimineert de
metaaldetector eerst ferro-metalen. Bij een instelling van de draaiknop DISCRIMINATION (7) verder naar rechts
draaien tot de maximale positie, sluit de metaaldetector afhankelijk van de actuele instelling dunne metaalfolie, dan
dikkere folie en later geen aluminiumdeeltjes.
• Bij het detecteren van een door de draairegelaar DISCRIMINATION (7) geëlimineerd metaal beweegt de naald
van de indicator linksom in de linkerhelft van het analoge display (5). Er klinkt een zacht geluidssignaal of
geen geluidssignaal. De betreffende metaalsoort is akoestisch geëlimineerd. Als er geen metaal geëlimineerd
wordt, beweegt de analoge wijzer alleen in het rechter gedeelte van het analoge display (5). Wanneer een niet
geëlimineerd metaal resp. een legering is onderscheiden, gaat de wijzer rechtsom naar de rechterhelft van het
analoge display (5). Daarbij klinkt een geluidssignaal dat afhankelijk van de afstand zachter of harder klinkt.