47
b) Opbouw van een master-slave ketting
Het lichteffect kan alternatief voor het bedrijf via een DMX-controller ook worden gebruikt als apparaat binnen een
master-slave ketting. Hierbij dient de ingebouwde controller van het master-apparaat als stuurcontroller voor de aan-
gesloten LV-DJ13 LED-effectapparaten.
Er kunnen max. 20 toestellen in een DMX-ketting worden opgenomen, omdat anders de controller
wordt overbelast.
• Verbind de aansluiting DMX OUT van het master-apparaat met de aansluiting DMX IN van het eerste slave-ap-
paraat.
• Verbind dan de aansluiting DMX OUT van het eerste slave-apparaat met de aansluiting DMX IN van het volgende
LV-DJ13-apparaat.
• Ga met alle volgende slave-apparaten op dezelfde manier tewerk.
• Steek in de aansluiting DMX OUT van het laatste slave-apparaat een XLR-stekker met afsluitweerstand (zoals
beschreven onder “Aansluiting van een DMX-controller”).
9. Netaansluiting
Het stopcontact waarop het lichteffect wordt aangesloten, moet zich in de buurt van het apparaat
bevinden en makkelijk toegankelijk zijn zodat het apparaat in geval van storingen snel en zonder
gevaren van de netspanning kan worden gescheiden.
Wees voorzichtig bij de omgang met netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning kan levensge-
vaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Laat kabels niet los liggen. Deze dienen op deskundige wijze gelegd te worden om gevaar voor
ongevallen te voorkomen.
Let voor het verbinden van het netsnoer op dat de aan het lichteffect aangesloten apparaatspan-
ning met de aanwezige netspanning overeenstemt. Als de gegevens niet overeenkomen met de
beschikbare netspanning, kunt u het apparaat niet aansluiten. Bij een verkeerd ingestelde voe-
dingsspanning kan het komen tot onherstelbare schade aan het apparaat en tot gevaar voor de
gebruiker.
• Verbind de eurostekker van de netkabel met de IEC-netaansluiting van het apparaat.
• Steek de netstekker van het netsnoer in een stopcontact met randaarde.
• Zodra het apparaat op de voedingsspanning is aangesloten, begint het te werken.