19
Onderhoud en afstelling van de schijfrem op gelijkstroom
Schijfremmen op gelijkstroom vereisen weinig onderhoud.
1.1.12
Opbouw van de rem
6 5 16 2 15 1 14
7 9 11
Afbeelding 21: De opbouw van de rem
Werking van de rem
Meerdere drukveren (4) oefenen drukkracht uit op de drukplaat (2) die in de asrichting verplaatst kan worden. Daardoor
komt de remschijf (9) met de remvoeringen (7) vast te zitten tussen de drukplaat (2) en het bovenoppervlak (6) en m et
een wrijvingscontact brengt deze via de twee remvoeringen (7) het remmoment teweeg. De remvoeringen (7) zijn
gevulkaniseerd op de remschijf (9). De remschijf is met een vormsluiting (tanding) aangesloten op de aandrijfas (10) van
de af te remmen motor, maar is te bewegen in de asrichting via een tussenstuk (11).
Tussen de drukplaat (2) en de remmagneet (1) moet een ruimte van 0,4 mm overblijven.
Doordat de remmagneet in de spoel gelijkstroom opwekt, oefent het magnetische veld een tegenkracht uit op de
drukplaat (2). Als de tussenruimte (0,4 mm) wordt opgeheven, trekt de magneet door de trekkracht van de veren (4)
ongedaan te maken de drukplaat (2) naar zich toe. De ingeklemde remschijf (9) en de remvoeringen (7) komen vrij te
liggen waardoor het remmoment verdwijnt. Als de spanning wordt opgeheven, drukken de veren de drukplaat (2)
opnieuw op de remschijf (9) waardoor er een remmoment ontstaat.
1.1.13
Afstelling van de rem
Zie afbeelding 21.
Het luchtspleet wordt in stroomvrije toestand tussen de drukplaat (2) en de remmagneet (1) gemeten. Het luchtspleet is
in de fabriek op 0,4 mm afgesteld. Het luchtspleet wordt groter als gevolg van slijtage. Als de remvoering zodanig
versleten is dat het luchtspleet van de rem de maximaal toegestane waarde van 0,7 mm heeft bereikt, moet de rem op
de volgende manier worden afgesteld:
1. Zorg dat de installatie niet onder stroom staat.
2. Verwijder het waaierkap na het uitnemen van de bouten.
3. Trek de stofring (16) uit de gleuf van de remmagneet (1) en schuif hem over de remmagneet (1).
4. Blaas met geconcentreerde lucht het door slijtage vrijgekomen stof eruit.
5. Trek de O-ring (15) uit de gleuf en schuif deze over de remmagneet (1) zodat het luchtspleet vrij komt te
liggen. Blaas nogmaals het door slijtage vrijgekomen stof weg.
6. Controleer de gezamenlijke dikte van de remschijf (9) en de gevulkaniseerde voeringen (7) (min. 9,5
mm).
Als de dikte van de remschijf samen met de voeringen de minimale waarde niet bereikt, moet
deze vervangen worden!
7. Maak met een halve draai de zeskant moeren (14) los. Vervang ten minste na elke tweede handmatige
afstelling de zeskant moeren (14).
8. Schroef de holle bouten (5) ongeveer 1 mm in de remmagneet (1).
9. Trek de zeskant moeren (14) zo hard aan dat het gemeten luchtspleet tussen de drukplaat (2) en de
remmagneet (1) 0,4 mm is.
10. Schroef de holle bouten (5) uit de remmagneet (1) totdat ze vast komen te liggen op het oppervlak
tegenover het schild waarin de kogellager (6) zit.
11. Trek de zeskant moeren (14) gelijkmatig aan.
12. Controleer de grootte en de gelijkmatigheid van het luchtspleet met een spelingsmeter.
De luchtspleet moet overal even groot zijn, daarom moet de controle op verschillende plaatsen
worden uitgevoerd!
4
10
Содержание LK-13 Series
Страница 4: ...0...
Страница 30: ...26...
Страница 31: ...27...
Страница 54: ...50...
Страница 55: ...51 www rema eu...