
162
b) Instellen van de spoorloop van de rotorbladen
Voor een rustige en trillingsvrije zweefvlucht is het wenselijk dat beide rotorbladen op een niveau lopen. Wanneer u bij
zweefvlucht op ooghoogte de rotorkring bekijkt, herkent u zeer snel of een blad dieper of hoger als het andere loopt.
Indien nodig markeert u een bladpunt met een beetje rode kleefband om de zichtbaarheid van de afzonderlijke bladen
te verbeteren.
Als vb. het rechter rotorblad (1) in afbeelding 30 te hoog en
het linker rotorblad (2) te diep loopt, dan moeten de kogel-
koppannen van de voorste stuurstang (3) worden uitgehan-
gen en door verdraaien iets korter worden. Anders kan de
achterste stang (4) worden verlengd door aan de stuur-
kommen te draaien.
Belangrijk:
Draai de stuurkommen telkens slechts een halve
of een volledige draai en voer opnieuw een test-
vlucht uit. Zo kunt u zich stap voor stap aan de
optimale instelling.
c) Servo-uitslagen instellen
De ontvanger-/regeleenheid (1) biedt de mogelijkheid de
uitslagweg van de nick- en roll-servo’s te beïnvloeden.
De instelregelaar voor de uitslagwaarde (2) bevindt zich
onder de LED-indicator (3) van de ontvanger-/regeleenheid
(1).
Wanneer u met behulp van een geschikte schroevendraaier
de instelregelaar (2) verder naar links draait, worden de uit-
slagen van de servo’s groter en het model reageert heftiger
op de nick- en roll-stuurbevelen.
Draai de regelaar verder naar rechts en zo worden de uit-
slagen kleiner en het model reageert niet meer zo heftig op
de nick- en roll-stuurbevelen.
De regelaar werd af fabriek al optimaal afge-
steld. Omwille van deze reden mag u de instel-
ling niet veranderen, wanneer u met het stuur-
gedrag van het model tevreden bent.
Voor een betere weergave werd in afbeelding 31 de uitge-
bouwde mechaniek getoond. De instelling kan echter ook
in de ingebouwde toestand door overeenkomstige openin-
gen (4) in de rompzijwand gebeuren.
Het korte stuk draad op de ontvanger-/regeleenheid (zie
afbeelding 28, pos. 5) dient als ontvangstantenne en moet
zo recht mogelijk in de cabinekap worden ondergebracht.
De draad mag niet verkort of samengebonden worden.
Afbeelding 30
Afbeelding 31
Содержание R222
Страница 170: ...170 ...
Страница 171: ...171 ...