104
b) Ingebruikname
•
De gebruiksaanwijzing voor de afstandsbediening werd afzonderlijk geleverd. Neem in elk geval de daar
vermelde veiligheidsvoorschriften en alle verdere informatie in acht!
•
Gebruik uitsluitend rijaccu‘s die geschikt zijn voor het voertuig. Gebruik de verbrandingsmotor nooit via
een adapter, ook niet om het model te testen.
•
Dit voertuig is uitsluitend geschikt voor twee LiPo-rijaccu‘s met 2 cellen (nominale spanning 7,4 V) of
3 cellen (nominale spanning 11,1 V).
Bij gebruik van rijaccu‘s met meer cellen bestaat brandgevaar door oververhitting van de rijregelaar,
bovendien wordt de aandrijving van het voertuig overbelast en daardoor beschadigd (bv. differentieel).
Verlies van waarborg/garantie!
Beide rijaccu‘s moeten identiek zijn (hetzelfde accutype, dezelfde capaciteit, hetzelfde ontlaadrate,
dezelfde fabrikant, hetzelfde type). Installeer nooit verschillende rijaccu‘s samen, er bestaat brandgevaar!
Beide rijaccu‘s moeten bovendien dezelfde laadtoestand aantonen. Sluit vb. nooit een volle en halfvolle
LiPo-rijaccu aan de rijregelaar aan. Dit leidt tot diepontlading, wat de accu permanent beschadigt.
•
Schakel bij de ingebruikname steeds eerst de zender in. Pas daarna mogen de rijaccu‘s van het voertuig
met de rijregelaar verbonden en de rijregelaar ingeschakeld worden. Dit kan anders tot onvoorziene
reacties van het voertuig leiden!
Ga als volgt te werk:
- Plaats het voertuig voor het aansluiten van de rijaccu op een geschikte ondergrond, zodat de wielen
vrij kunnen draaien.
- Schakel de rijregelaar uit.
- Schakel de zender in indien dit nog niet is gebeurd. Controleer zijn werking (vb. bedrijfsweergave van
de zender).
- Breng op de zender de trimming voor de gas-/remfunctie in de middelste stand.
- Sluit twee identieke, volledig opgeladen rijaccu‘s met de polen in de juiste richting aan de rijregelaar
aan (aan de schuine zijde van de XT90-stekker moet min/- verbonden zijn, zie markeringen op de
stekkers/bussen).
- Zet eerst de rijregelaar aan. Wacht dan enkele seconden tot de rijregelaar zijn zelftest heeft afgeslo-
ten.
•
Controleer of het voertuig, zoals verwacht op commando´s afstandsbesturing reageert (besturing en
aandrijving), voordat u het van de ondergrond neemt en het met wielen op de bodem plaatst.
•
Als de aandrijving niet zoals gewenst functioneert, neemt u hoofdstuk 14 in acht.
Содержание Generation X 6S
Страница 130: ...130 ...
Страница 131: ...131 ...