98
Spoor aan de vooras instellen:
Het voor-/naspoor aan de voorste as laat zich door ver-
draaien van de spoorstanghendel (A) instellen. Aangezien
deze zowel een linkse als rechtse schroefdraad heeft,
hoeft u deze voor het verstellen niet te demonteren.
Draai altijd beide spoorstanghendels gelijkmatig vast
(linker en rechter voorwiel), aangezien anders hetzij de
trimming op de zender moet worden versteld (of zelfs de
aansturing door het stuurservo moet worden veranderd
bv.door servostangen te verplaatsen).
In de aankoppelhoek (B) en in de fusee (C) bevinden zich
verder meerdere bevestigingspunten voor de spoorstang-
hendel; deze dienen om de inslaghoek van het voorwiel te
veranderen (Ackermann-hoek).
De fabrikant heeft hier reeds de optimale instelling uitge-
voerd, daarom mag u de bevestigingspunten (B) en (C)
niet veranderen.
Spoor aan de achteras instellen:
Het spoorinstelling aan de achteras van dit voertuig is vast voorgegeven en kan niet worden ingesteld.
c) Mechanische lagere wegligging
Voor de lagere wegligging van het chassis is het mogelijk
om de uitveerweg mechanisch te begrenzen.
Daarvoor kan in elk van de onderste 4 draagarmen een
kleine stelschroef worden afgesteld.
Als het tapeind verder wordt ingedraaid, kan de draagarm
niet meer zover uitveren, waardoor het chassis dieper
komt te liggen.
Opdat het chassis niet opzet, moeten bij een verlaging de
schokdempers overeenkomstig harder worden ingesteld.
Содержание 1547810
Страница 106: ...106 ...
Страница 107: ...107 ...