44
SHARK RS / RT
NE
d
ERL
a
N
ds
3.0 Gebruik
Levering
Uw nieuwe Shark RS / RT wordt volledig gemonteerd
in een kartonnen doos geleverd. Om schade tijdens het
transport te voorkomen
worden losse onderdelen die nog gemonteerd moeten
worden,
zoals de achterwielen,
afzonderlijk in de kartonnen doos verpakt.
uitpakken:
• Controleer de kartonnen verpakking op uiterlijke schade
die tijdens transport kan zijn ontstaan.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal.
• Haal alle onderdelen van de fiets (inclusief de wielen)
voorzichtig uit de
doos en controleer of alles compleet is.
• Controleer alle onderdelen op oppervlakkige schade,
krassen,
deuken, verbuigingen of andere
gebreken.
• Als u constateert dat er schade is of onderdelen missen,
neem dan direct contact met ons op.
de shark Rs / RT vervoeren:
Om de Shark RS / RT zo compact mogelijk te houden,
zijn de achterwielen voor transport verwijderd en afzon-
derlijk in de doos verpakt.
De achterwielen kunnen gemakkelijk aan de achteras
worden bevestigd. Afhankelijk van uw keuze wat betreft
de as, bevestigt u de wielen aan de as door ze vast te
duwen of te schroeven.
OPGELET!
Controleer telkens voor gebruik of alle schroef- en
penverbindingen goed vast zitten!
4.0 Opties
Remmen
De fiets heeft twee remmen die onafhankelijk van
elkaar functioneren.
Parkeerrem (Fig. 4.1 en 4.2)
De parkeerremmen, gemonteerd op de vork, die-
nen als wielvergrendeling. Ze kunnen ook worden
gebruikt met de hulp van een vergrendelingshendel.
Om de parkeerremmen op de juiste wijze te gebrui-
ken, moet de vergrendelingshendel vergrendeld
zijn. De fiets mag niet meer in beweging zijn wan-
neer de parkeerremmen worden gebruikt. Alleen op
deze manier kan een veilige transfer van en naar de
fiets worden gegarandeerd.
Hoofdremmen (Fig. 4.3)
Met deze remmen kunt u uw handbike veilig en
comfortabel remmen.
OPGELET
Mochten de hoofdremmen het niet doen, dan
kan - in een noodgeval - de parkeerrem eenmalig
worden gebruikt om te remmen.
Hierna moet u echter direct de hoofdremmen
laten repareren.
Rem
Fig. 4.1
Fig. 4.2
Fig. 4.3