NEDERLANDS
69
Life RT Rev.J
Zijkanten
In hoogte instelbare armsteunen, (met gereedschap).
Bevestiging: laat de stang van de armleuning in de houder op
het rolstoelframe glijden tot hij niet verder kan.
Aanpassing hoogte:
Trek de stang van de armsteun uit de houder.
Stel de positie van de beugel (1) door de schroef (2) te
verwijderen, waarna u de beugel in de gewenste positie kunt
zetten. Plaats de schroef terug en draai deze weer aan.
Laat de stang van de armsteun weer in de houder glijden, (Fig.
6.30).
Positie kussen armleuning:
De armleuning (het kussen) kan worden aangepast door de
schroeven (3) los te maken, en de armleuning in de gewenste
positie te plaatsen. Draai daarna de schroeven weer aan (Fig.
6.30).
Aanpassing armsteunhouder
Door middel van de twee schroeven (1) kan de armsteunhouder
strakker of losser worden vastgezet (Fig. 6.31).
Fig. 6.30
1
2
3
Fig. 6.31
1
Rugleuning met verstelbare hoek,
(Fig. 6.27)
Om de rugleuning aan te passen:
•
Verwijder bouten “A”, aan
beide zijdes.
•
Draai de beugels in de
gewenste positie
•
Plaats de bouten "A" weer
terug en draai ze aan.
OPGELET!
Alle schroeven moeten opnieuw worden geplaatst en op de
juiste wijze aangedraaid, om te voorkomen dat de instelling van
de hoek door onverwachte bewegingen verloren gaat.
Opvouwbare rugleuning
Ontgrendel de rugleuning door aan het koord te trekken en
de rugleuning gelijktijdig naar voren te duwen om hem op te
vouwen. Om de rugleuning in de oorspronkelijke positie terug
te brengen, trekt u leuning zo ver mogelijk naar achteren, totdat
deze aan beide zijden vergrendeld wordt (Fig. 6.27.1 - 6.27.2).
Fig. 6.27.2
Fig. 6.27.1
Hoekverstelbare rugleuning
Fig. 6.27
A
Instelbare spanning
rugleuning
De spanning van de
rugleuning kan worden
ingesteld met gebruik van
diverse banden. (Fig. 6.28).
Fig. 6.28
Opties – One-arm-drive
One-arm-drive
(Fig. 6.29 - 6.29.1)
Om de rolstoel recht
vooruit te laten rijden,
moeten beide hoepels
tegelijkertijd worden
gebruikt. Om de rolstoel op
te vouwen, koppelt u de
telescopische stang los
door deze naar binnen te
duwen (1). Om de wielen te
verwijderen, drukt u op de
vergrendelingsknop op de
as (2).
OPGELET!
Controleer altijd of
de verbindingen op
de juiste wijze zijn
bevestigd, om letsel
te voorkomen.
Fig. 6.29
Fig. 6.29.1
2
1