133
5. Afwasrekken
Let op de aanwijzingen in dit hoofdstuk om de beste prestaties van uw apparaat te
bereiken. De kenmerken en het ontwerp van de rekken is afhankelijk model.
Voor en na het vullen van de rekken
1.
Verwijder resten van voedsel van de borden.
2.
U hoeft de borden niet te spoelen onder stromend water.
3.
Vul de rekken als volgend:
a.
Voorwerpen zoals kopjes, glazen, potten en pannen ondersteboven.
b.
Gebogen objecten en objecten met uitsparingen in een schuine positie,
zodat het water weg kan stromen.
c.
Leg de borden veilig en stevig in het rek, zodat ze niet kunnen
omvallen.
d.
De borden mogen niet de roterende sproeiarmen blokkeren.
e.
Zet hele kleine voorwerpen nooit in het apparaat daar ze gemakkelijk uit
de rekken kunnen vallen.
4.
Na het wassen, haal de onderste korf als eerste leeg; zodat het resterende water
niet uit het bovenste rek in de onderste rek kan vallen.
Het aanpassen van het bovenste rek
U kunt de positie van de bovenste afdruiprek aanpassen om meer ruimte voor
grote objecten in het onderste of het bovenste rek te krijgen. U past het bovenste
rek aan door het plaatsen van de betreffende wielstel in de rail. Leg lange
voorwerpen op de plank, zodat ze niet de roterende sproeiarmen belemmeren. U
kunt de plank terug vouwen, indien nodig
Laden van het bovenste rek
De bovenste afdruiprek is bedoeld voor delicate en lichte vaatwerk, zoals glazen,
kopjes, schoteltjes, kleine schotels, kommen en kleine, platte pannen. Wanneer u
het rek hebt ingevuld, moet de vaat niet worden bewogen door het gespoten water
(sproeiarmen).