OVERIGE INFORMATIE (VERHELPEN VAN STORINGEN)
89
<DRB1376>
Du
Nederlands
Espa
ñ
ol
VERHELPEN VAN STORINGEN
Storingen worden vaak veroorzaakt door een verkeerd gebruik van het apparaat. Raadpleeg daarom bij storingen eerst de onderstaande lijst. Het
is eveneens mogelijk dat het probleem veroorzaakt wordt door een andere aangesloten component. Controleer daarom ook de andere
componenten. Is het niet mogelijk om de storing aan de hand van de onderstaande lijst te verhelpen, neem dan contact op met een erkend
Pioneer service-centrum of uw dealer om het apparaat te laten repareren.
÷
Statische elektriciteit of andere externe storingen kunnen een foutieve werking van het apparaat veroorzaken. Indien dit gebeurt, schakelt u
het apparaat met de netschakelaar (
POWER
) uit en vervolgens schakelt u het apparaat weer in nadat de CD volledig tot stilstand is gekomen.
÷
Het apparaat kan geen CD-R of CD-RW discs afspelen die niet afgesloten zijn (d.w.z. discs die niet zijn gereedgemaakt voor gebruik in normale
CD-spelers).
÷
Dit apparaat kan normale 12-cm CD’s afspelen en 8-cm CD’s met behulp van een los verkrijgbare adapter. Gebruik geen CD’s met een
afwijkende vorm want dit kan resulteren in beschadigingen of een foutieve werking.
÷
De BPM-waarde gemeten door de CDJ-200 kan verschillen van de BPM-waarde die opgeslagen is op een CD of die afkomstig is van ons DJ-
mengpaneel, maar dit verschil is het resultaat van verschillen in de methode voor het meten van de BPM-waarde; dit is niet te wijten aan een
fout van de cd-speler.
÷
Bij het afspelen van CD-R/RW discs kunnen de prestaties verslechteren als gevolg van de kwaliteit van de opgenomen gegevens.
Storing
De CD komt niet naar buiten bij
indrukken van de
EJECT
toets (
0
).
Het afspelen begint niet wanneer
een CD wordt geplaatst.
Het afspelen stopt meteen nadat het
begonnen is. Ongewenst pauzeren
of stoppen tijdens afspelen.
Geen geluid.
Kan geen MP3 discs afspelen.
Geluid is vervormd of er is veel ruis.
Bij bepaalde platen hoort u een luid
stoorgeluid of stopt het afspelen.
Als de “auto cue” funktie ON wordt
gesteld, is het fragmentzoeken nog
niet afgelopen.
De terug-naar-cue functie werkt niet
wanneer de
CUE
toets tijdens
weergave wordt ingedrukt.
Bij indrukken van de
OUT/OUT
ADJUST
toets begint de lus-
weergave niet.
Kan niet in MP3 discs zoeken.
Het televisiebeeld of de FM-
uitzending is gestoord.
De disc draait niet wanneer de
spanning is ingeschakeld.
Mogelijke oorzaak
÷
Het netsnoer is niet aangesloten.
÷
De auto-cue functie is ingeschakeld.
÷
De plaat is vuil e.d.
÷
De uitgangssnoeren zijn verkeerd
aangesloten of zitten los.
÷
Verkeerde bediening van het DJ-
mengpaneel.
÷
De stekkers of de aansluitbussen op de
versterker zijn vuil.
÷
De CD-speler staat in de pauzestand.
÷
De bestanden hebben het verkeerde
formaat.
÷
Verkeerde aansluitingen.
÷
De stekkers of de aansluitbussen op de
versterker zijn vuil.
÷
Interferentie veroorzaakt door een televisie.
÷
De plaat is erg bekrast of kromgetrokken.
÷
De plaat is erg vuil.
÷
De zoektijd zal lang zijn als het geluidsloos
segment tussen de fragmenten lang is.
÷
Er is geen cue-punt ingesteld.
÷
Het cue-punt is ingesteld in een MP3
bestand in een andere map.
÷
Er zijn geen cue-punten (lus-beginpunt)
ingesteld.
÷
Er werd op de
OUT/OUT ADJUST
toets
gedrukt tijdens het afspelen van een ander
MP3 bestand dan waarin het cue-punt (lus-
beginpunt) is ingesteld.
÷
U hebt geprobeerd op een MP3 disc in een
andere map te zoeken (snel vooruitspoelen/
achteruitspoelen).
÷
De storing wordt door de CD-speler
veroorzaakt.
÷
De disc stopt automatisch indien er voor
100 minuten of langer geen bediening in de
pauzefunctie wordt uitgevoerd.
÷
Het draaien van de CD stopt nadat het
laatste muziekstuk op de CD is afgespeeld.
Oplossing
÷
Steek de stekker in het stopcontact.
÷
Druk op de
AUTO CUE
toets om de Auto Cue
functie uit te schakelen.
÷
Maak de plaat schoon en speel hem opnieuw
af.
÷
Controleer de aansluitingen. Zie het hoofdstuk
“Aansluitingen”.
÷
Controleer de instellingen van de schakelaars
en volumeregelaars van het DJ-mengpaneel.
÷
Maak deze onderdelen schoon.
÷
Druk op de
PLAY/PAUSE
-toets (
6
).
÷
Raadpleeg bladzijde 66, “MP3 BESTANDEN
AFSPELEN”.
÷
Sluit aan op de LINE INPUT aansluitingen van
het audiomengpaneel. (Gebruik niet de MIC
aansluitingen.)
÷
Maak deze onderdelen schoon.
÷
Schakel de televisie uit, zet de CD-speler verder
van de televisie vandaan of sluit de CD-speler
op een stopcontact van een andere
stroomkring aan.
÷
Vervang de plaat.
÷
Maak de plaat schoon.
÷
Druk op de
AUTO CUE
toets om de Auto Cue
functie uit te schakelen.
÷
Stel een cue-punt in. (Zie blz. 84.)
÷
Tijdens het afspelen van MP3 discs is terug-
naar-cue alleen mogelijk binnen dezelfde map.
÷
Stel een cue-punt in.
÷
Tijdens het afspelen van een MP3 disc, is lus-
weergave alleen mogelijk binnen hetzelfde
muziekstuk waarin het cue-punt (lus-
beginpunt) is ingesteld.
÷
Zoeken op MP3 discs is alleen mogelijk binnen
dezelfde map.
÷
Schakel de spanning van de CD-speler uit, of
plaats de speler verder van de TV of tuner.
÷
De weergave kan worden gestart vanaf het
eerste muziekstuk door op de
PLAY/PAUSE
toets (
6
) te drukken. Druk op de
EJECT
toets
(
0
) om de disc uit te werpen.