FT10CN/FT15CN/FT30CN
V. 01 – 20/06/2019
19
©Velleman nv
14.
Onderhoudsinstructies voor de technicus
Alle reinigings-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan gevaarlijke onderdelen moeten
worden uitgevoerd door de fabrikant, zijn dienst-na-verkoop of een vakman om gevaar te
vermijden, zelfs als het toestel van het lichtnet ontkoppeld is.
Waarschuwing - Gebruik alleen originele reserveonderdelen die speciaal voor dit toestel zijn
ontworpen. Gebruik geen generieke componenten. Ongeschikte reserveonderdelen kunnen
ernstige of dodelijke letsels veroorzaken. Het gebruik van originele reserveonderdelen valt
onder de garantie.
De technicus moet deze handleiding lezen alvorens reinigings-, onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden aan dit verwarmingstoestel uit te voeren. Contacteer de fabrikant
voor meer technische ondersteuning, informatie over reserveonderdelen of andere informatie
over dit verwarmingstoestel.
Gebruik dit verwarmingstoestel nooit op een niet-geoorloofde manier.
Voor het onderhoud, de vervanging en de reiniging van de onderdelen zijn geen speciale
gereedschappen vereist. Controleer altijd of er geen gaslek is in het circuit of bij de
aansluitingen, en zorg ervoor dat de gasdruk correct is voor elke vervanging of reparatie.
Controleer de goede werking van het toestel zoals hieronder beschreven. Hiervoor hebt u een
gaslekdetector en een gaslekspray nodig.
Stap 1 -
Sluit de gaslekdetector aan op de gasmeter.
Sluit een op nul afgestelde gaslekdetector aan op het testpunt van uw gasmeter.
Stap 2 -
Open de gaskraan.
Open de gaskraan van de meter tot een druk van ongeveer 10 mbar. Sluit vervolgens de
kraan.
Stap 3 -
Controleer de gaslekdetector.
Controleer de gaslekdetector na 1 minuut. Het water in de buis mag niet zichtbaar bewegen.
Stijgt de druk, dan houdt de gasklep het gas niet volledig tegen en lekt deze. U moet de
gasklep verder nakijken. Spuit wat gaslekspray op de gasklep om na te gaan of deze lekt. Bij
een lek vormen er zich belletjes rondom de klep. Bij een lek moet de klep gerepareerd of
vervangen worden door een erkend gastechnicus.
Stap 4 -
Verhoog de druk.
Is er geen lek, draai de kraan dan zachtjes open en verhoog de druk tot 20 mbar. Sluit
vervolgens de kraan.
Stap 5 -
Wacht gedurende een minuut.
Laat de temperatuur gedurende een minuut stabiliseren. Tijdens deze periode zet het gas uit of
krimpt het, en past het zicht aan de temperatuur binnenin de leiding aan. Na een minuut kunt
u de eventueel gedaalde druk terug naar 20 mbar aanpassen.
Stap 6 -
Controleer de gaslekdetector.
Controleer de gaslekdetector gedurende twee minuten. De gasdruk mag nu niet meer dalen.
Bij een daling, sluit de afsluitkraan op de meter om te zien of de meter niet lekt en de daling te
wijten is aan het aangesloten gastoestel. De druk in de leiding mag niet dalen indien de
afsluitkraan is dichtgedraaid.
Stap 7 -
Verwijder de gaslekdetector en verzegel het testpunt.
Bij een veilige test, verwijder de gaslekdetector en verzegel het testpunt op de gasmeter.
Open de kraan en spuit wat gaslekspray op het testpunt en alle gasleidingen naar de gasklep
als extra controle op gaslekken.
Laat een ingeschakeld toestel nooit onbeheerd achter.
Problemen en oplossingen
probleem
mogelijke oorzaak
mogelijke oplossing
De piëzo-ontsteking
functioneert niet.
De piëzo-ontsteking en/of
elektrode is defect.
Controleer de piëzo-
ontsteking en de elektroden
en vervang het defecte
onderdeel indien nodig.
Geen of losse verbinding
tussen elektrode en piëzo-
ontsteking.
Controleer de verbinding en
repareer deze indien nodig.