NL
96
NL
97
Batterij opladen
Steek de oplader (niet meegeleverd) in een ge-
schikt stopcontact.
Let op!
Gebruik alleen de batterijla-
der die is gespecificeerd in techni-
sche gegevens om de batterij op te laden.
Schuif de batterij
op de oplader (niet mee-
geleverd) en controleer de leds:
Rood:
Opladen
Groen:
Batterij is volledig opgeladen
Knipperend rood:
Batterij is defect
Knipperend groen:
Batterij is te warm/koud
Harnas
Bevestig het harnas
aan de harnas-connec-
tor
van de machine.
Stel het harnas in op een lengte waarbij de
connector op de hoogte van uw navel is.
Draag tijdens het gebrui steeds het harnas
voor een betere gewichtsverdeling van het
gereedschap.
De ketting smeren
Let op!
Controleer voorafgaand aan
het vullen of de batterij van het ge-
reedschap is verwijderd.
Let op!
Het apparaat mag alleen
worden gebruikt met adequate ket-
tingsmeerolie. Inadequate smering verkor-
ten de levensduur van het elektrische ge-
reedschap.
Het gereedschap wordt zonder olie gele-
verd. Vul met olie voor gebruik. Gebruik
het gereedschap nooit met een lege olie-
tank. Risico op grote schade aan het ge-
reedschap.
1.
Controleer het niveau van de kettingolie
op de olieniveau-indicator
en vul in-
dien nodig kettingolie bij.
2.
Vul het apparaat alleen met een milieu-
vriendelijk, hoogwaardig kettingsmeer-
middel (volgens RAL-UZ 48).
3.
Gebruik geen afgewerkte olie. Hernieuwd
contact met afgewerkte olie kan huid-
kanker veroorzaken. Afgewerkte olie
beschikt niet over de nodige smerende
eigenschappen en is niet geschikt voor
kettingsmering.
4.
Elke andere olie dan de aanbevolen
olie kan het zaagblad, de ketting en het
smeersysteem beschadigen.
5.
Zorg ervoor dat er geen vuil in de olietank
komt.
6.
Voorkom het morsen van olie. Veeg ge-
morste olie altijd op.
De kettingsmering controleren
1.
Start het apparaat (zie “In- en uitschake-
len”).
2.
Houd de draaiende kettingzaag enige tijd
ca. 30 cm boven een geschikt oppervlak.
Bij voldoende kettingsmering vormt de
door de ketting afgeworpen olie een smal
spoor. Neem contact op met de klanten-
service indien dit niet het geval is.
Gebruik de clip van het harnas in
noodgevallen om het apparaat snel te
verwijderen.
Het apparaat gebruiken
Let op! Zorg ervoor dat u voor het
gebruik van het elektrisch ge-
reedschap vertrouwd raakt met de
zaagtechniek van kettingzagen (zie pa-
ragraaf “Basis werktechniek”). Gevaar
voor persoonlijke verwondingen!
Laat
kinderen nooit het apparaat gebruiken.
Laat niemand deze telescoop-kettingzaag
gebruiken die deze gebruiksaanwijzing niet
heeft gelezen of onvoldoende instructies
voor het veilig en correct gebruik van deze
telescoop-kettingzaag heeft gekregen!
Let op!
Houd de telescoop-ketting-
zaag stevig met beide handen vast!
Zorg ervoor dat de zaagketting geen voor-
werpen of de grond raakt en dat er geen
mensen of dieren in de buurt zijn voordat u
begint! Gevaar voor persoonlijke verwon-
dingen!
Voor elk gebruik
Waarschuwing!
Controleer vooraf-
gaand aan elk gebruik of het ge-
reedschap in goede staat is. Doe dit ook als
het gereedschap onderhevig is aan onge-
woon hoge belastingen waarvoor het niet is
ontworpen (bijvoorbeeld zware impact of
een val). Controleer of de veiligheidsvoor-
zieningen goed werken. Gebruik het ge-
reedschap niet meer als het beschadigd is.
•
Controleer of alle onderdelen van het elek-
trische gereedschap aanwezig zijn, goed
zijn bevestigd en onbeschadigd zijn.
•
Controleer of de kettingspanning correct is.
•
Controleer de kettingsmering.
•
Controleer of er geen lekkages zijn.
•
Zorg ervoor dat de adequate persoonlijke
veiligheidsuitrusting draagt.
Correcte houding
Let op!
Werk nooit op een onsta-
biele ondergrond! Werk nooit boven
schouderhoogte! Werk nooit terwijl
u op een ladder staat! Buig niet te ver naar
voren bij het werken! Ga niet direct onder
een tak staan die wordt afgezaagd. Houd
omstanders uit de buurt. Gebruik het elek-
trische gereedschap alleen wanneer de
weersomstandigheden en het terrein gun-
stig zijn!
•
Ga met beide benen stevig op de grond
staan.
•
Houd rekening met obstructies in het werk-
gebied.
•
Draag het harnas
voor een betere ge-
wichtsverdeling van het tuingereedschap.
•
Houd het gereedschap bij het werken altijd
stevig met beide handen vast!
•
Houd het tuingereedschap vast:
-
met uw linkerhand op de frontgreep
-
met de rechterhand op het hoofdhand-
vat
.
