
DATASHEET
α
32
Het niveau van de activeringsdrempel van het automatische voorrangscircuit
is niet afhankelijk van de stand van de besturing
MIC.1
(
1
). De
microfooningangen
MIC.1
en
MIC.2
hebben een vaste phantomvoeding.
De VOX functie kan
gedesactiveerd
worden door de trimmer
A.P.T.MIC.1
(
18
) naar het aanslagpunt te brengen in
KLOKRICHTING
.
4.3 Ingang MIC.3/UNITS
Op de bus XLR
MIC.3
(
22
) kunnen PASO microfoons van het dynamische
type en elektret microfoons met phantomvoeding worden aangesloten; de
aansluitingen op deze bussen staan hieronder weergegeven in Fig. 4.2.1.
(zie vorige pagina). Als alternatief voor de microfoon kunnen er één of
meer voorversterkte microfoonposten
PMB106
/
PMB106-G
op de bus
IN UNITS
worden aangesloten, waarmee berichten naar één of meer
luisterzones kunnen worden verzonden.
Voor de aansluiting van deze
microfoonpost MOETEN ABSOLUUT afgeschermde kabels van het
type STP CAT5.E gebruikt worden
. Het uitgangsniveau kan geregeld
worden met de besturingsknop op het frontpaneel (
2
).
Door de trimmer naar het aanslagpunt te brengen TEGEN DE
KLOKRICHTING IN,
worden alle ingangen, behalve de
telefooningang, permanent uitgesloten
.
4.4 MIC/LINE ingangen
De bussen
MIC/LINE 4
en
MIC/LINE 5
(
21
) kunnen onafhankelijk
als microfooningangen (met of zonder phantomvoeding) of als lijningangen
geconfigureerd worden. De selectie van de modus kan verkregen worden met
behulp van schakelaars met drie standen. De mode wordt geselecteerd met
behulp van de betreffende driestanden omstelknoppen naast de bussen:
• op
MIC
wordt de microfoongevoeligheid geselecteerd bij een
uitgeschakelde phantomvoeding;
• op
PH
wordt de microfoongevoeligheid geselecteerd als de phantomvoeding
wordt ingeschakeld (voor elektreetmicrofoons 12/24V);
• op
LINE
wordt de lijngevoeligheid geselecteerd.
De aansluitingen op deze bussen staan aangegeven op afb. 4.2.1. Elke
ingang beschikt over een eigen niveauregelaar (
3
) om de amplitude van
de verschillende signalen naar wens te kunnen doseren.
4.6 Hulpingangen
Op de phono-aansluitingen
TAPE
en
CD
(
25
) kunnen
2
muziekbronnen
van hoog niveau (cd-lezer, bandrecorder). De dubbele aansluiting maakt
een snelle aansluiting van de bron op de versterker mogelijk door middel
van een stereokabeltje: het mengen van de twee kanalen, rechts en
links (L/R) gebeurt intern. De selectie en de niveauregeling van de bron
vindt plaats door middel van de speciale besturing
PROGRAM
(
4
) op het
frontpaneel van het apparaat. De geselecteerde bron wordt uitgesloten
zowel in geval van automatische voorrang (VOX) van de ingangen
TEL./
EMERG.
en
MIC.1
, als bij afsluiting van het contact
PR
(voorrang) of bij
een oproep afkomstig van microfoonposten PMB.
4.7 Telefooningang
Het apparaat kan worden aangesloten op een telefoonsysteem met
behulp van de klemmenstrook
TEL./EMERG.
(
26
). De betreffende
ingang is transformator-gebalanceerd, heeft een eigen niveauregelaar,
LEV.
(
27
), en is uitgerust met een circuit VOX voor het omroepen van
berichten met hogere prioriteit ten opzichte van alle andere ingangen,
behalve de microfoonposten PMB, overeenkomstig de geselecteerde
prioriteitsinstellingen.
El nivel del umbral d activación del circuito de precedencia automática
es independiente de la posición del mando
MIC.1
(
1
). En las entradas
microfónicas
MIC.1
y
MIC.2
la alimentación Phantom es fija. La función
VOX
se puede desactivar llevando a la posición de final de carrera, en sentido
HORARIO
, el condensador de ajuste (trimmer)
A.P.T. MIC.1
(
18
).
4.3 Entrada MIC.3/UNITS
A la toma XLR
MIC.3
(
22
) se pueden conectar micrófonos PASO de tipo
dinámico y electret con alimentación Phantom; las conexiones a estas
tomas se indican en la Fig. 4.2.1 (ver página precedente). En alternativa
al micrófono, se puede conectar a la toma
IN UNITS
uno o más puestos
microfónicos preamplificados
PMB106
/
PMB106-G
, que permiten enviar
mensajes a una o más zonas de escucha.
Para la conexión de este puesto es INDISPENSABLE utilizar cables
blindados de tipo STP CAT5.E
El ajuste del nivel de salida está disponible en el mando frontal (
2
).
Llevando el condensador de ajuste (trimmer) a la posición de final de
carrera en sentido ANTIHORARIO,
se enmudecerán de manera
permanente todas las entradas salvo aquella telefónica
.
4.4 Entradas MIC/LINE
Las tomas
MIC/LINE 4
y
MIC/LINE 5
(
21
) se pueden configurar de
forma independiente como entradas microfónicas (con o sin alimentación
phantom) o como entradas de línea. La selección de la modalidad se
efectúa por medio de los correspondientes desviadores con tres posiciones
situados al lado de las tomas:
• en la posición
MIC
, se selecciona la sensibilidad microfónica con
alimentación phantom desactivada;
• en la posición
PH
, se selecciona la sensibilidad microfónica activando
la alimentación phantom (para micrófonos de electreto 12/24V);
• en la posición
LINE
, se selecciona la sensibilidad de línea.
Las conexiones con estas tomas se indican en la Fig. 4.2.1 (ver la página
anterior). Cada entrada tiene su propio mando de nivel (
3
) para ajustar
4.6 Entradas auxiliares
En las tomas phono
TAPE
y
CD
(
25
) es posible conectar
2
fuentes de
música de alto nivel (lector de discos compactos, grabadora). La doble
toma permite una conexión rápida de la fuente al amplificador mediante
cable estéreo: la mezcla de los dos canales derecho e izquierdo (L/R) es
realizada internamente. La selección y la regulación de nivel de la fuente
se realiza a través del correspondiente mando
PROGRAM
(
4
) situado
en el panel frontal del aparato. La fuente seleccionada está sujeta al
enmudecimiento sea por precedencia automática (VOX) de las entradas
TEL./EMERG.
y
MIC.1
que por el cierre del contacto
PR
(precedencia)
o en caso de llamada procedente de puestos microfónicos PMB.
4.7 Entrada telefónica
El aparato está predispuesto para la conexión a un sistema telefónico por
medio de la bornera
TEL./EMERG.
(
26
). Dicha entrada está balanceada
con transformador, tiene su propio control de nivel -
LEV.
(
27
) - y tiene
circuito VOX para la difusión de los mensajes con prioridad más alta con
respecto a cualquier otra entrada, salvo los puestos PMB, conforme a las
configuraciones de prioridad seleccionadas.
4.5 Spraakfilter
Op de ingangen
MIC.1-2-3
,
LINE/MIC 4-5
kan een spraakfilter aangesloten
worden. Voor het uitvoeren van deze wijzigingen moet eerst het deksel van
het apparaat worden verwijderd: deze handeling mag UITSLUITEND verricht
worden door vakkundig personeel. Bij de instelling in de fabriek is het filter
uitgeschakeld: plaats voor het inschakelen de jumper van de betreffende
ingang/en op
ON
, en volg daarbij de onderstaande tabel:
4.5 Filtro voz
En las entradas
MIC.1-2-3
,
LINE/MIC 4-5
se puede activar un filtro
para la voz. Para efectuar estas modificaciones es necesario quitar la tapa
del aparato: esta operación debe ser efectuada EXCLUSIVAMENTE por
personal especialista. La configuración de fábrica prevé que el filtro esté
desactivado: para activarlo, colocar el puente relativo a la/s entrada/s
interesada/a en la posición
ON
, ajustándose a la tabla siguiente:
Jumper
Ingang
JP301
MIC.1
JP302
MIC.2
JP303
MIC.3/UNITS
JP304
MIC./LINE 4
JP305
MIC./LINE 5
Puente
Entrada
JP301
MIC.1
JP302
MIC.2
JP303
MIC.3/UNITS
JP304
MIC./LINE 4
JP305
MIC./LINE 5