28
NL/BE
7. Onderste zaagbladafdekking (35) sluiten en de schroeven
(34) weer bevestigen.
8. Zaagbladbescherming (4) weer monteren en instellen (zie
8.3).
m
WAARSCHUWING:
Controleer de veiligheidsvoorzie-
ningen voordat u weer met de zaag werkt.
8.7 Parallelaanslag monteren (afb. 2, 15)
1. De houder (16) met behulp van de vergrendelknop (15)
en de klemplaat (15a) op de tafel bevestigen.
2. Houd er rekening mee dat de houder (16) parallel ten op-
zichte van het zaagblad (5) is uitgelijnd. Stel eventueel de
hulp van de schaalverdeling (38) af.
3. De hamerkopbouten langs de groef (37) in de aanslagrail
(17) schuiven.
4. De aanslagrail (17) met behulp van de schroeven (16a)
op de houder (16) bevestigen.
8.8 Dwarsaanslag monteren (afb. 18)
1. Dwarsaanslag (2) in de groef (40) van de zaagtafel (1)
schuiven.
2. Draaigreep (19) loshalen.
3. Dwarsaanslag (2) draaien, totdat de pijl naar de gewenste
hoek wijst.
4. Draaigreep (19) weer aanhalen.
8.9 Spanenafzuiging (afb. 13)
LET OP:
Gebruik het apparaat alleen met afzuiging.
Een geschikte spanenafzuiginstallatie (niet bij de levering inbe-
grepen) op de afzuigmof (36) aansluiten.
LET OP:
Controleer en reinig regelmatig de afzuigkanalen.
8.10 Stabiele bevestiging (afb. 25)
De machine moet stabiel worden opgesteld, d.w.z. op een
werkbank of op een onderste worden vastgeschroefd, zoals
weergegeven in afb. 25.
Gebruik daartoe de hoek voor de werkbankmontage 42, de
schroeven 43 en de onderlegring 44.
9. Bediening
9.1 Schakelaar (afb. 1)
9.1.1 Aan-/uit-schakelaar (11)
• Door op de groene toets “I” te drukken, kan de zaag wor-
den ingeschakeld. Voordat u met zagen begint, wacht u tot
het zaagblad het maximale toerental heeft bereikt.
• Om de zaag weer uit te schakelen, moet de rode knop “0”
worden ingedrukt.
9.1.2 Overbelastingsschakelaar (10)
De motor van dit apparaat is met een overbelastingsschakelaar
(10) tegen overbelasting beschermd.
Bij overschrijding van de nominale stroom schakelt de overbe-
lastingsschakelaar (10) het apparaat uit.
Ga in dit geval als volgt te werk:
• Het apparaat meerdere minuten laten afkoelen.
• De overbelastingsschakelaar (10) indrukken.
• Het apparaat door het indrukken van de groene knop “I”
inschakelen.
9.2 Zaagdiepte instellen (afb. 1)
Door te draaien aan het handwiel (8) kan het zaagblad (5) op
de gewenste zaagdiepte worden ingesteld.
• Tegen de klok in:
grotere zaagdiepte
• Met de klok mee:
kleinere zaagdiepte
Controleer de instelling aan de hand van een testsnede.
9.3 Hoek instellen (afb. 14)
Met de tafelcirkelzaag kunnen versteksneden naar links van
0°-45° tot aan de parallelaanslag (7) worden uitgevoerd.
m
Controleer voor elke snede of er geen botsing mogelijk is
tussen de aanslagrail (17), de dwarsaanslag (2) en het zaag-
blad (5).
1. Vergrendelgreep (9) losdraaien.
2. Door te draaien aan het handwiel (8) kan de gewenste hoek
op de schaalverdeling worden ingesteld.
3. Vergrendelgreep (9) in de gewenste hoekpositie vergrende-
len.
9.4 Gebruik van de parallelaanslag (afb. 2, 15-17)
9.4.1 Aanslaghoogte (afb. 15, 16)
• De aanslagrail (17) van de parallelaanslag (7) beschikt
over twee verschillende geleidingsvlakken.
• Afhankelijk van de dikte van het te snijden materiaal, moet
de aanslagrail (17) conform afb. 15 voor dik materiaal
(meer dan 25 mm werkstukdikte) en conform afb. 16 voor
dun materiaal (minder dan 25 mm werkstukdikte) worden
gebruikt.
9.4.2 Aanslagrail omzetten (afb. 15, 16)
1. Voor het omzetten van de aanslagrail (17) op het lagere
geleidingsvlak, moeten de beide schroeven (16a) worden
losgedraaid, om de aanslagrail (17) van de houder (16)
los te halen.
2. De aanslagrail (17) langs de groef eruit trekken.
3. De aanslagrail (17) draaien en de hamerkopbouten langs
de tweede groef (39) inschuiven.
4. De omzetting naar het hoge geleidingsvlak moet analoog
worden uitgevoerd.
9.4.3 Zaagbreedte (afb. 15, 16)
• Bij het in de lengte zagen van houten delen moet de paral-
lelaanslag (7) worden gebruikt.
• De parallelaanslag (7) kan op beide zijden van de zaagta-
fel (1) worden gemonteerd.
• Met hulp van de schaalverdeling (38) op de zaagtafel (1)
kan de parallelaanslag (7) op de gewenste maat worden
ingesteld.
• De beide vergrendelknoppen (15) aanhalen om de paral-
lelaanslag (7) te bevestigen.
• Maak een testsnede voor het meten van de breedte, voordat
u het eigenlijke werkstuk zaagt. Zo voorkomt u onnauwkeu-
righeden van de schaalverdeling of de instelling.
Содержание 322850 1901
Страница 4: ...10 6 6 7 9 8 8 14 11 4a 12 14 13 24 32 34 20 21 33 25 23 4 35 20 36 3 6 3 31 max 5mm...
Страница 5: ...16 18 14 19 20 15 17 21 45 8 17 16a 37 9 16 17 16 17 18 19 40 39 16a 38 38 16a 17...
Страница 6: ...22 24 23 41 25 42 43 43 42 44 44...
Страница 56: ...50...
Страница 72: ...66...
Страница 74: ......