PTS 710 A1
NL
│
BE
│
53
■
f)
Houd snijgereedschappen scherp en schoon.
Met zorg onderhouden snijgereedschappen
met scherpe snijkanten lopen minder vaak vast
en zijn gemakkelijker te sturen.
g)
Gebruik elektrisch gereedschap, accessoi-
res, opzetgereedschappen en dergelijke in
overeenstemming met deze instructies. Houd
daarbij rekening met de werkomstandigheden
en de te verrichten werkzaamheden.
Het ge-
bruik van elektrisch gereedschap voor andere
doeleinden dan de beoogde toepassingen kan
tot gevaarlijke situaties leiden.
5. Service
a)
Laat uw elektrische gereedschap alleen door
gekwalificeerde vakmensen en uitsluitend met
originele vervangingsonderdelen repareren.
Op die manier blijft de veiligheid van het elektri-
sche gereedschap gewaarborgd.
Apparaatspecifieke veiligheids-
voorschriften
Veiligheidsvoorschriften voor alle
zagen
Zaagprocedure
a)
GEVAAR! Kom met uw handen niet
in het zaagbereik en bij het zaag-
blad.
Houd met uw tweede hand de
hulpgreep of de motorbehuizing vast. Als beide
handen de zaag vasthouden, kunnen ze niet
worden verwond door het zaagblad.
b)
Grijp niet onder het werkstuk.
De bescherm-
kap kan u onder het werkstuk niet tegen het
zaagblad beschermen.
c)
Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werk-
stuk aan.
Er moet minder dan een volledige
tandhoogte onder het werkstuk zichtbaar zijn.
d)
Houd het te zagen werkstuk nooit in de hand
of boven het been vast. Zet het werkstuk vast
op een stabiele ondergrond.
Het is belangrijk
om het werkstuk goed te bevestigen, zodat het
risico op fysiek contact, vastlopen van het zaag-
blad of verlies van de controle tot een minimum
wordt beperkt.
e)
Pak het elektrische gereedschap alleen vast
aan de geïsoleerde greepvlakken wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het gereed-
schap met verborgen elektriciteitsleidingen
in aanraking kan komen.
Bij contact met een
onder spanning staande leiding komen ook de
metalen delen van het elektrische gereedschap
onder spanning, wat resulteert in een elektrische
schok.
f)
Gebruik bij zagen in de lengterichting altijd
een aanslag of een geleider.
Dit verbetert de
nauwkeurigheid van de snede en vermindert de
kans dat het zaagblad vastloopt.
g)
Gebruik altijd zaagbladen met de juiste
grootte en met een bijpassend asgat (bijv.
stervormig of rond).
Zaagbladen met een niet
bij de as van de zaag passend asgat, draaien
excentrisch en hebben verlies van de controle
tot gevolg.
h)
Gebruik nooit beschadigde of verkeerde
sluitringen of -schroeven voor het zaagblad.
De sluitringen en moeren voor het zaagblad
zijn speciaal ontworpen voor uw zaag, voor
optimale prestaties en bedrijfsveiligheid.
Overige veiligheidsinstructies voor
alle zagen
Terugslag - oorzaken en passende veiligheidsmaat-
regelen:
–
Een terugslag is een plotselinge reactie als ge-
volg van een hakend, vastlopend of niet goed
uitgelijnd zaagblad, die tot gevolg heeft dat de
zaag ongecontroleerd omhoog komt en zich
uit het werkstuk in de richting van de gebruiker
beweegt;
–
als het zaagblad in de zich sluitende zaagsne-
de blijft steken of bekneld raakt, blokkeert het
en slaat de motorkracht het apparaat terug in
de richting van de gebruiker;
–
als het zaagblad in de zaagsnede verdraaid
raakt of verkeerd wordt uitgelijnd, kunnen de
tanden aan de achterkant van het zaagblad in
het oppervlak van het werkstuk blijven steken,
waardoor het zaagblad uit de zaagsnede
wordt gedrukt en de zaag terugspringt in de
richting van de gebruiker.
Содержание 310843
Страница 85: ...PTS 710 A1 82 PL...