63
Elektrische aansluiting
•
Het apparaat mag voor de montage en voor het aansluiten niet worden geopend.
•
Het apparaat wordt met de meegeleverde stekker met aangesloten aansluitleiding via een tot
de installatie behorende aansluitdoos aan het wisselstroomnet aangesloten. Als men een
langere aansluitleiding nodig heeft, kan de leiding worden geruild tegen een langere leiding van
het type H05VV-F 3x1.0mm². Een directe aansluiting aan een vast gelegde leiding is alleen tot
een doorsnede van 1.5mm² toegestaan (bijv. NYM-J 3x1.5mm²).
•
Men kan een alpolig scheidingsapparaat met een contactopeningswijdte van min. 3mm in de
vast gelegde elektrische installatie volgens de stichtingsbeslissingen inbouwen.
Montagevolgorde
•
Aanvoer aan de gebouwzijde spanningvrij maken.
•
Meegeleverde kabel aan L (bruin), N (blauw) en PE (groen/geel) aansluiten. Bij badinstallatie in
het beschermingsgebied 2 (zie Figuur 3) moet de aansluiting aan de gebouwzijde (aansluitdoos
of dergelijke) eveneens IP24 zijn. De verschillende aansluitmogelijkheden (bijv. met
ruimtethermostaat) kunt u afleiden uit de onder gepresenteerde aansluitplattegronden.
Wandmontage
•
Bij de installatie van het apparaat moet gewaarborgd zijn, dat de connector (Figuur 1, pos.5) bij
verticale ophanging boven en bij horizontale ophanging links (van voren gezien) zich aan het
apparaat bevindt (zie pijl in Figuur 1). Alleen zo is de bescherming IP24 gewaarborgd.
•
Apparaat met de onderste (vast gemonteerde) haak in de onderste las (Figuur 1, pos.7) van de
wandhouder bevestigen. Voorzichtig controleren of de haken volledig ingeschoven zijn!
•
Apparaat boven ca.10-15cm van de wand wegkiepen en kabel insteken.
Plafondmontage
•
Bij deze montagesoort zijn minstens twe monteurs nodig.
•
Apparaat optillen en connector van de kabel (Figuur 1, pos.5) met apparaat verbinden.
•
Apparaat met de onderste haak in de onderste (vast gemonteerde) las (Figuur 1, pos.7) van de
wandhouder bevestigen. Voorzichtig controleren of de haken volledig ingeschoven zijn!
•
Apparaat tijdens de verdere montage in de richting van de onderste (vast gemonteerde) las
schuiven, zodat het niet uit de las glijdt.
Wand- en plafondmontage
•
Apparaat tijdens de verdere montage tegen de weekschuimblokken op de achterzijde (Figuur 1,
pos.6) in de wandrichting drukken en de bovenste (veerbelaste) las (Figuur 1, pos.3) met
inbussleutel 5mm tot de aanslag inschroeven. Let er vooral op dat de lassen zich niet verkanten
en volledig in de haken grijpen.
•
Voorzichtig controleren of de lassen volledig in de haken hebben ingegrepen. Als dit niet het
geval is, de bovenste lassen een beetje losmaken en door druk op de lassen en/of op het
apparaat de verkanting opheffen. Daarbij moet u erop letten dat het apparaat er niet uit valt.
Daarna de bovenste lassen weer inschroeven en nog een keer controleren of de greep in de
haken goed is.
•
Meegeleverde kunststofbeschermingskappen op schroefkop zetten.
Содержание Orayonne
Страница 87: ...87 ...