NL
20
De flitsen van een bliksem symbool op de indicator, wanneer de impuls, ongeveer eens per seconde wordt
teweeggebracht.
In koud weer kunnen de vertoningsupdates traag zijn. Dit is normaal en beïnvloedt in elk geval niet het functioneren van
de energizer
10. De test instructies van de WZG 1000
Na deze instructies kunt u het daadwerkelijke de voltage in de omhei
ning („terugkeervoltage“) meten en de kwaliteit
controleren van het aanaarden.
U hoeft de testomgeving niet te starten om behoorlijk te kunnen werken. Wanneer er geen kabel naar de
groeneschakelaar van het terugkeervoltage wordt verbonden, voordat de energie wordt aangezet, zal de energizer de
meting van de terugkeervoltage of het aanverwante alarm activeren. Tevens zal het terugkeervoltage niet worden getoont
op de indicator.
10.1. Het voltagemeting van de omheining
De schakelaar van het terugkeer voltage
werkt zoals een afzonderlijke meter van het omheiningsvoltage. Het meet
het omheiningsvoltage van het punt waarin het met de omheining wordt verbonden. Om de beste informatie over de
omheining te krijgen, bepaalt u een plaats van zodat de elektriciteit door het grootste deel van de omheining moet
overgaan om bij het metingspunt te komen. Wanneer deze van de schakelaar reist en terugkeert naar de metingspunt is
dit het bewijs dat er geen breuken zijn in deomheiningsdraden. zijn
10.2 het aanaarden het testen
U kunt de kwaliteit controleren van het aanaarden door de blauwe schakelaar van de terugkeeraarde
als volgt te
gebruiken:
1. Maak de energizer van energieleiding los.
2. Voor de meting hebt u een behoorlijk opgenomen extra het aanaarde
n staaf (de controle stok“) nodig minstens 5
meters (15 voet) vanaf de het aanaarden staven van de energizer
3. Verbind de controle stok met een geïsoleerde" kabel met de blauwe schakelaar van de aarde terugkeer
van het
stimuleringsmiddel. Verbind de controle stok niet met de aanaarden staven van de energizer!
4. Schakel de energizer in.
De energizer toont nu het aanaarden voltage. Dit is het voltage tussen de daadwerkelijke het aanaarden staven en de
metingsstok. Deze waarde zou zo laag mogelijk moeten zijn. Als de metingswaarde meer dan 0.2 kV is, kan aanaarden
van de omheining niet adequaat zijn.
Om de aan te aarden te verbeteren verwijzen wij u naar Hoofdstuk 5,“ Aanaardend“.
Een veelvoorkomende reden voor een verhoogd aardevoltage is een omheiningsdraad die in contact met de grond of
direct of bijvoorbeeld via slechte isolatoren en vochtige posten is gekomen. Deze lekkage stelt een onnodige lading aan
de energizer en resulteert en een laag omheiningsvoltage evenals een verhoogde aardestroom.
U zou het aanaarden onder maximale lading ook moeten testen zoals hieronder beschreven. Als u niet aan aanvaardbare
waarden kunt krijgen, zou u het twee draadsysteem voor uw omheining moeten gebruiken. Gelieve te verwijzen naar
Hoofdstuk 5.2. „Aanaardend, het twee draadig systeem“ voor instructies.
Gelieve notitie van te nemen:
Tijdens de volgende test kan de omheining geen schokken aan de dieren geven, d.w.z. de
omheining zal niet normaal werken tot u de testlading verwijdert is.
1. Bouw de opstelling van de aardemeting zoals hierboven beschreven. Schakel het stimuleringsmiddel door het van de
energie af te sluiten uit.
2. Neem een extra het aanaarden staaf onder de omheining over 50 meters (150 voet) vanaf de energizer op.
3. Verbind de omheiningsdraad („Hete draad“) met deze stok en schakel het stimuleringsmiddel in.
Als de metingswaarde van het aardevoltage nu groter is dan 0.3 kV, zou het aanaarden van de omheining moeten
worden verbeterd. Om gelieve aan te aarden te verbeteren verwijs naar Hoofdstuk 5,“ Aanaardend“.
Wanneer u met het aanaarden wordt tevredengesteld, verwijder de verbinding tussen de omheinings draad en de
aanaarden staaf.
Het is raadzaam om deze test periodiek uit te voeren en wanneer de weersomstandigheden veranderen, bijvoorbeeld
wanneer de grond droogt of bevriest.