Nederlands 8 Nederlands
Aansluiting van de voedingsspanning
WAARSCHUWING
Uitsluitend een gekwalificeerde elektromonteur kan het
lasapparaat aansluiten op het elektriciteitsnet. Het
aansluiten van de stekker aan de kabel en de kabel aan
de lastrafo moet gebeuren in overeenstemming met de ter
plaatse geldende voorschriften.
Controleer de primaire spanning, het aantal fasen
en de frequentie van de elektrische voeding voordat u het
apparaat inschakelt. Controleer de aardleidingen van de
machine naar de voedingsbron.
Voor de machines met de volgende NUMMERS:
W000403587, W000403588 de toegestane input-
voltages zijn 3x230V 50/60Hz and 3x400V 50/60Hz
(3x400V: fabrieksinstelling).
Meer informatie over de voedingsspecificaties vindt
u in de technische specificatie van deze handleiding en op
het typeplaatje van het apparaat.
Indien het noodzakelijk is de primaire voedingsspanning
te veranderen:
Verzeker u ervan dat de primaire kabel uit
de
stekkerdoos is genomen en de machine
uitgeschakeld is.
Verwijder het linker paneel.
Verbind X11 en X12 overeenkomstig het
onderstaande diagram:
Afbeelding 2.
Zet het linker paneel weer terug.
Verzeker u ervan dat de primaire aansluiting voldoende
vermogen kan leveren voor normale werking van
de
machine. Maak gebruik van trage zekeringen
(of
zekeringsautomaten met een ‘D’-karakteristiek)
en
kabel met voldoende aderdoorsnede zoals
aangegeven in de technische specificaties van
deze gebruiksaanwijzing.
Uitgaande aansluitingen
Zie ook punten [6], [7] en [8] van afbeelding 3.
Bediening en functies
1
2
5
4
6
8
7
3
Afbeelding 3.
1. Voedingsschakelaar AAN/UIT (I/O): deze controleert
de voedingsspanning van de machine. Zorg dat de
lasstroombron eerst op het elektriciteitsnet is
aangesloten voordat u het apparaat met de
schakelaar inschakelt (‘I’). Na het aansluiten en
inschakelen gaat de indicator branden om aan te
geven dat het apparaat klaar is om mee te gaan
lassen.
2. Thermisch overbelastingslampje: Dit
lampje zal branden als de machine
is oververhit en de output uitgeschakeld
is. Dit kan zich voordoen wanneer
de
omgevingstemperatuur boven 40°C komt of
de inschakelduur van de machine is overschreden.
Schakel de machine niet uit, zodat de interne
componenten kunnen afkoelen. Als de lamp uitgaat
kan er weer normaal worden gelast.
3. Lasbelasting Voltageschakelaar: Regelt
het lasbeslatingsvoltage.
WAARSCHUWING
De lasstroomspanning [3] niet bijschakelen tijdens
het lassen.
4. WFS (Wire Feeding Speed) regelknop:
Maakt continue regeling van
de draadaanvoersnelheid mogelijk in het
bereik van 1 tot 20 m/min.
5. Digitaal Displaypaneel: Beschikbaar als optie (zie
hoofdstuk "Toebehoren" -
Alleen CITOSTEP 255C
).
6. EURO aansluiting: Voor aansluiten van een laspistool
(voor GMAW, FCAW-GS / FCAW-SS processen).