Nederlands 12 Nederlands
as [26].
Plaats de adapter van haspeltype Readi-Reel
®
[36] op
de as [26]. Zorg er daarbij voor dat de rempen van de
as [27] wordt geplaatst in het gat in de achterkant van
de adapter. De adapter van haspeltype Readi-Reel
®
is
apart verkrijgbaar, zie het hoofdstuk "Toebehoren".
Breng de borgmoer [24] weer aan. Zorg ervoor dat de
borgmoer goed is vastgedraaid.
Roteer de as en de adapter zodanig dat de borgveer
[37] op de stand 12 uur staat.
Plaats de haspel van het type Readi-Reel
®
[39] op de
adapter [36]. Plaats één van de draden van
de binnenkooi van de Readi-Reel
®
[35] op de gleuf
[39] in het borgveertabje [37].
WAARSCHUWING
Plaats de haspel van type Readi-Reel
®
zodanig dat deze
bij het aanvoeren in een richting draait waarbij de haspel
wordt afgehaspeld vanaf de onderkant van de haspel.
Lasdraad invoeren
Schakel het apparaat uit.
Open het rechter zijpaneel van het apparaat.
Draai de borgmoer van de bus [24] los.
Plaats de haspel met de lasdraad op de bus, zodanig
dat de haspel linksom draait (tegen de klok in) als de
lasdraad [14] in de aanvoerunit wordt gevoerd.
Let op dat de rempen van de as [27] in het daarvoor
bedoelde gat in de haspel komt te zitten.
Draai de borgmoer weer op de bus.
Zet de lasdraad op en gebruik daarbij de geschikte
groef die overeenkomt met de dikte van de draad.
Maak het uiteinde van de draad vrij en knip
het
gebogen einde eraf. Daarbij mag geen
braam ontstaan.
WAARSCHUWING
Het scherpe uiteinde van de lasdraad kan pijn doen.
Verdraai de haspel rechtsom en voer het uiteinde van
de lasdraad in de draadaanvoerunit, tot bij
de Euroaansluiting.
Stel de kracht van de drukrol van de lasdraad goed in.
Afstellen remkoppel van de bus
Om te voorkomen dat de lasdraad uit zichzelf afrolt, is de
bus voorzien van een rem.
De rem is af te stellen door de inbusbout M10
te
verdraaien. Deze zit in het busframe en wordt
bereikbaar nadat de borgmoer van de bus eraf gehaald is.
41
40
24
Afbeelding 14.
24. Borgmoer.
40. Stelbout M10.
41. Drukveer.
Door bout M10 rechtsom te draaien neemt
de
veerspanning toe wat resulteert in een
sterkere remwerking.
Door bout M10 linksom te draaien neemt de veerspanning
af wat resulteert in een lichtere remwerking.
Na voltooiing van het afstellen moet de borgmoer weer
geplaatst worden.
De kracht van de drukrol bijstellen
De drukarm bepaalt de kracht die de drukrollen uitoefenen
op de lasdraad.
De afstelling gebeurt met een stelmoer. Door deze moer
rechtsom te draaien neemt de drukkracht toe, bij linksom
draaien wordt de druk minder. De juiste afstelling is
belangrijk voor goede lasresultaten.
WAARSCHUWING
Bij een te lage druk zal de drukrol doorslippen. Bij een
te hoge druk kan de lasdraad vervormd raken, wat kan
leiden tot problemen in de lastoorts. De juiste instelling zit
daar net tussenin. Verminder geleidelijk de druk totdat de
draad begint door te slippen op de drukrol. Voer daarna
de druk weer iets op door de stelmoer één slag te
verdraaien.
Lasdraad in het laspistool voeren
Schakel het lasapparaat uit.
Sluit op de Euro-aansluiting een voor het gekozen
lasproces geschikte lastoorts aan. De parameters van
toorts en lasapparaat moeten overeenstemmen.
Haal de gascup van het pistool en de contacttip, resp.
de beschermkap en contacttip. Leg dan het pistool
recht en plat
Steek de draad door de geleiderbuis over de rol en de
geleiderbuis van de Euro-aansluiting heen en in de
bekleding van de toorts. De draad kan handmatig een
paar centimeter in de bekleding worden gedrukt en
moet gemakkelijk aanvoeren zonder enige kracht.
WAARSCHUWING
Als er kracht nodig is, ligt het voor de hand dat de draad
de bekleding van het pistool heeft gemist.
Schakel het lasapparaat in.
Druk de trekker van het pistool in om de daad aan te
voeren via de bekleding van het pistool, totdat
de draad uit het schroefdraaduiteinde komt. Of de
Cold Inch / Gas Purge-schakelaar [18] kan worden
gebruikt – houd deze in de "Cold Inch"-stand totdat de
draad uit het schroefdraaduiteinde komt.
Als de trekker of de Cold Inch / Gas Purge-schakelaar
[18] wordt losgelaten,moet de draadhaspel niet
afrollen.
Stel zo nodig de remkracht van de draadhaspel af.
Schakel het lasapparaat uit.
Installeer een geschikte contacttip.
Afhankelijk van het gekozen lasproces en type
lastoorts, moet een gascup geplaatst worden (voor
GMAW- en FCAW-GS-proces) of een beschermkap
(voor FCAW-SS-proces).