Nederlands 7 Nederlands
Inleiding
De lasmachines uit de serie
CITOSTEP C
maken
het volgende mogelijk:GMAW (MIG/MAG) lassenFCAW-S
/ FCAW-SS lassen
WAARSCHUWING
Om de beklede draden te kunnen lassen, waarvoor
negatieve polariteit is vereist, moet een
polariteitsveranderingsset worden aangeschaft door
de gebruiker (zie hoofdstuk "Toebehoren").
De volgende hulpcomponenten zijn toegevoegd aan
de
CITOSTEP 255C & 305C
:
Gebruikershandleiding
Werkstukkabel – 3 m
Gasslang -2 m
Slangklemmen - 2 stuks
Langzaam doorbrandende zekering - 2A
Langzaam doorbrandende zekering - 6,3A
Aandrijfrol
-
V0.8/V1.0
De volgende apparatuur werd op de
CITOSTEP 255C &
305C
geïnstalleerd (zie afbeelding 1);
1. Toortshouder
2. Gegalvaniseerde kettingen - 2 stuks x 0,7m
3. Oogbouten - 2 stuks
1
2
2
3
3
Afbeelding 1.
Voor de lasprocessen GMAW-GS en FCAW-SS
beschrijven de technische specificaties:
Het
type
lasdraad
Draaddiameter
Aanbevolen apparatuur, die de gebruiker kan
aanschaffen, wordt vermeld in het hoofdstuk
"Accessoires".
Installatie en bediening
Lees dit hoofdstuk helemaal door voordat u het apparaat
installeert of gebruikt.
Plaats en omgeving
Deze machine werkt onder zware omstandigheden.
Enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen garanderen
een betrouwbare werking en lange levensduur.
Plaats het apparaat niet op een ondergrond met een
hoek van meer dan 15°.
Gebruik dit apparaat niet voor het ontdooien van
waterleidingen.
Plaats de machine zodanig dat schone koellucht vrij
kan circuleren door de ventilatieopeningen. Dek
de machine niet af met papier, kleding of doeken
als deze aanstaat.
Zorg dat er zo weinig mogelijk stof en vuil in het
apparaat wordt gezogen.
Dit apparaat voldoet aan beschermingsklasse IP23.
Houd het apparaat zo veel mogelijk droog en plaats
het niet op vochtige grond of in plassen.
Zet de machine niet in de buurt van radiografisch
bestuurde apparatuur. De werking van deze machine
kan invloed hebben op de bediening van
radiografische bestuurde apparatuur in de omgeving.
Dit kan leiden tot ongevallen en schade. Lees de
paragraaf elektromagnetische comptabiliteit in deze
gebruiksaanwijzing.
Gebruik het apparaat niet op plaatsen met een
omgevingstemperatuur van meer dan 40 °C.
Inschakelduur en oververhitting
De inschakelduur van het apparaat is het percentage van
de tijd (in een cyclus van 10 minuten) dat een lasser het
apparaat kan gebruiken bij een aangegeven lasstroom.
Voorbeeld: 60% inschakelduur:
6 minuten lassen.
4 minuten pauze.
Excessieve verlenging van de inschakelduur activeert het
thermische beveiligingscircuit.
De machine is met een temperatuursensor beveiligd
tegen oververhitting.
Minuten
of
verlaag
de
inschakelduur
Wanneer de machine oververhit is, gaat het Thermische
overbelastingslampje op “AAN” op het voorpaneel en gaat
de uitvoer van de machine op "UIT". Zodra de machine
weer is afgekoeld tot een veilige temperatuur. gaat het
Thermisch overbelastingslampje uit en kan de machine
weer normaal werken. Let op; om veiligheidsredenen
komt de machine niet uit de thermische stilstand als
de trekker op de lastoorts niet is vrij gezet.