138
NL
OEG multifunctionele, vermogensgestuurde lucht/waterwarmtepomp
Temperatuur-
sensor
Verswater-
circulatieset
Verwarmings-
circuitset
Circulatiepomp
Thermometer
Veiligheids-
ventiel
Verwarmingsmenger
/ Omschakelklep
Manometer
Membraan
expansievat
Filter/vuilaf-
scheider
(met magneet)
Ventilator
W
F
K
T*
M
U
W
F
K
T*
M
U
Veiligheidsklep
Vloer-
verwarming
/ radiator
Aftap
Symbolen en betekenis:
FZ
M
M
M
M
M
M
T
+
M
Het apparaat is uitgerust met een elektronische kabelgebonden besturingsunit. De
besturingsunit wordt in het huis geïnstalleerd. Om functiestoringen te voorkomen, mag de
aansluitkabel van de besturing niet direct naast de hoofdaansluitleiding worden gelegd.
Op de besturingsunit kan een grote hoeveelheid informatie worden opgevraagd. Bovendien
zijn alle noodzakelijke instelmogelijkheden beschikbaar voor operators en installateurs.
De besturingsunit wordt gebruikt tijdens installatie en onderhoud.
Onder normale bedrijfsomstandigheden hoeft de besturingsunit niet toegankelijk te zijn
voor bewoners.
OEG-warmtepompen zijn uitgerust met hoogwaardige componenten om geluidsemissies te
voorkomen en te verminderen. Desalniettemin kunnen bedrijfsgeluiden niet volledig worden
vermeden. Afh ankelijk van de installatielocatie en het model, worden de volgende mini-
mumafstanden tot gevoelige gebieden (bijv. slaapkamerramen) aanbevolen voor nachtelijk
gebruik.
Besturingsunit
3.1.5
Aanbevolen
Installatieruimte
3.1.4
Er zijn verschillende opties voor hydraulische integratie voor de vijf verschillende
bedrijfsmodi (zie Hoofdstuk 2 „Systeembeschrijving“).
Bij de standen voor ruimtekoeling moeten alle watervoerende componenten tegen
diff usie worden geïsoleerd en tegen corrosie worden beschermd.
De volgende toepassingsvoorbeelden zijn slechts schematische weergaven. Ze moeten
worden aangevuld met ontbrekende veiligheidsmodules enz.
De veiligheidsvoorzieningen voor de warmwaterbereiding moeten conform DIN EN
12828 worden geïnstalleerd. Bij alle installaties moet de minimale volumestroom in het
verwarmingscircuit van de warmtepomp in acht worden genomen. Het niet in acht nemen
leidt tot storingen.
Installatievoorbeelden
3.2
Minimale afstand tot de warmtepomp
gebaseerd op DIN 41091, 32e BImSchV en TA Lärm
Afstand in meters, bedrijfsmodus: nachtmodus
Terreintype / installatielocatie Grenswaar
de dB (A)
650001330
6 kW
650001331
9 kW
650001332
12 kW
650001333
18 kW
Industriegebieden
70
1
1
1
1
Commerciële gebieden
50
1
1
1
2
Kerngebieden, dorpsgebieden,
gemengde gebieden
45
2
2
2
3
Algemene woongebieden,
kleine woonwijken
40
3
4
4
5
Woonwijken
35
5
7
7
9
Kuuroorden, ziekenhuizen,
verpleeghuizen
35
5
7
7
9