
NL - 104
Regeling van de « waarschuwingszone »
en de « stimulatiezone »
Door middel van de zender kan U de grootte van de 2 zones regelen, naargelang de ligging
van het terrein en de plaatsing van de antennedraad.
a) Eerste zone van waarschuwing (korte geluidstonen) :
Regelbaar van 6 meter tot 0,40 m (ongeveer)
aan elke kant van de draad
door gebruik te
maken van de centrale knop op de voorkant van de zender. Een schaal van 0 tot 10 helpt
U de grootte van de zone te bepalen naargelang Uw behoeftes (0 = 0,40m ; 10 = 6 m) (cf.
schema n° 1).
b) Tweede correctiezone (stimulaties) :
Regelbaar in 3 vooraf gedefinieerde zondes : afstand 1,50 meter
, afstand 0,80 meter
en afstand 0,30 meter
aan beide zijden van de draad
door gebruik te maken van de
schuifschakelaar op de rechterkant van de zender (cf. schema n° 1).
OPMERKING:
de herkenningszones kunnen licht variëren naargelang de lengte van de
gebruikte draad.
c) Controle van de zones :
Alvorens je hond vrij te laten in zijn speelgebied is het noodzakelijk effectief de grootte van
de zone te testen. Om dit te doen, plaatst U een draad van het meegeleverde testlample
je op elk van de electrodes. Plaats de batterij in de ontvanger, zet vervolgens de
schakelaar op de zender in de « aan » posities. Draai de knop in de positie « 10 » en de
schuifschakelaar in de positie
(cf. schema n° 1).
- Controle van de waarschuwingszone :
Plaats U in het midden van het speelgebied, waarbij U de ontvanger aan de halsband
vasthoudt en deze op ongeveer 30 cm van de grond houdt.
Begeef U zich vervolgens naar de grens van het gebied, waar zich de draad bevindt.
Op ongeveer 6 meter van de draad, zal U de korte geluidssignalen vanuit de ontvanger
waarnemen. Indien U deze afstand te groot vindt, kan U door middel van de knop de
afstand regelen (bv. 4 of 6). Controleer nogmaals de afstand. Herhaal dit tot U
tevreden bent met de waarschuwingszone.