Pneumatic Track System, Track length 5.9 m or 9.4 m
NL
56
5.4
De uitlaatpijp
Rond de rand van de uitlaatpijp moet vrije ruimte tot andere onderdelen van
het voertuig blijven. Zie de aanbevelingen, afbeelding 5. Controleer of het
mondstuk na het ontkoppelen niet achter een onderdeel van het voertuig
haakt. Misschien zijn aanpassingen aan het uitlaatsysteem nodig voor een
optimale positie van de uitlaatpijp.
Aanbevolen diameter van het mondstuk t.o.v. de uitlaatpijp:
•
50 – 85 mm voor het mondstuk van 125 mm.
•
70 – 125 mm voor het mondstuk van 160 mm.
5.5
Uitlaatstop
Afhankelijk van het mondstuk kan een uitlaatstop verplicht zijn. De uitlaatstop
moet worden samengesteld volgens de instructies die bij het product zijn
geleverd.
5.6
Persluchtaansluiting
Zie het schema voor perslucht, afbeelding 6.
Ontkoppel het mondstuk. Zorg dat de bestaande persluchtleidingen schoon
zijn en sluit perslucht van 6 - 8 bar op het systeem aan.
Stel de drukregelaar zodanig in dat de manometer de waarde van 1 bar
aangeeft (zie afbeelding 4). Sluit het mondstuk terug aan.
Door het pneumatisch systeem mag alleen gefilterde perslucht stromen.
Gebruik een water- en olieafscheider met automatische afvoer en luchtfilter
conform VDMA 15390.
5.7
Veiligheidskoppeling
Het systeem is uitgerust met een veiligheidskoppeling die de slang ontkoppelt
als het mondstuk -welke reden dan ook - niet is losgekomen van de uitlaatpijp
terwijl het voertuig uit de garage vertrekt. Bij aflevering is de ontkoppelkracht
ingesteld op 500 N. Zie afbeelding 7.
Trek aan de ontspanningskabel op de slang, vlak boven de veiligheidskoppeling,
voor u deze koppeling terug aansluit. Zie afbeelding 7(B). U kunt de slang ook
met de hand losmaken door aan de vrijgavekabel te trekken.
6
Gebruik van de unit
6.1
Binnenrijden
1.
Open de garagedeur en start de afzuigventilator (optioneel heeft het
systeem een automatische ventilatorstarter).
2.
Zet het voertuig zodanig dat de uitlaatpijp dicht bij de uitrijpoort is (zie
afbeelding 1(A).
3.
Zie afbeelding 7, item A (Schakelaar voor opzwellen en leeglopen van
mondstuk). Gebruik indien nodig de schakelaar 7(A) om de luchtdruk uit
het mondstuk te laten ontsnappen. Sluit het mondstuk op de uitlaatpijp
aan. Gebruik de schakelaar 7(A) om perslucht in het mondstuk te blazen.
4.
Rijd het voertuig achteruit op de parkeerplek.
LET
OP!
De slang met het mondstuk moet altijd op het voertuig aangesloten
zijn als dat in de kazerne is geparkeerd.
Содержание Pneumatic Track System
Страница 10: ...Pneumatic Track System Track length 5 9 m or 9 4 m 10 500 N 112 lb B A 7 ...
Страница 11: ...Pneumatic Track System Track length 5 9 m or 9 4 m 11 ...
Страница 68: ......
Страница 69: ...www nederman com ...