Pneumatic Track System, Track length 5.9 m or 9.4 m
55
NL
geschikt zijn voor het materiaal waaruit het plafond bestaat en voor de
trekkrachten (1300N) op de ophangpunten.
4.
Bevestig de pijpaansluiting bij het midden van de rail. Maak ze vast
conform afbeelding 4(9 a - e).
LET
OP!
De aansluiting mag niet aan dezelfde kant worden bevestigd als de
parkeerpositie van het voertuig. Zie afbeelding 3(4), alternatief 1 en 2.
5.
Bevestig het mondstuk aan de veiligheidskoppeling. Zie afbeelding 3.
6.
Schuif het afzuigwagentje met de lifter in de rail. Zie afbeelding 3.
7.
Bevestig de slanghouder. Bevestig de lifterkabel aan de slanghouder. Zie
afbeelding 3.
LET
OP!
Het is belangrijk dat het mondstuk ongeveer 30 cm boven de vloer
hangt als de slang in opgetrokken positie is. Zie afbeelding 4.
8.
Voor voldoende vrije ruimte onder de afzuigslang (als het voertuig
geparkeerd is) moet de positie van de aansluiting als volgt worden
ingesteld. Zie afbeelding 4(9 a - e):
1)
Rijd het voertuig op zijn parkeerpositie.
2)
Bevestig het afzuigmondstuk op de uitlaatpijp.
3)
Ontkoppel de slangaansluiting van de rail en druk die in de richting
van de deuropening en het voorste railuiteinde tot de afstand tussen
het slanguiteinde en de vloer minstens 2,1 m is.
4)
Boor gaten met een diameter van 10 mm in de rail voor de
slangbeugel. Opgepast: de slangaansluiting moet voor het midden
van de rail worden vastgezet.
5)
Zet de slangaansluiting met schroeven vast.
9.
Installeer de schokdemper aan het voorste uiteinde van de rail. Zie
afbeelding 4.
10.
Installeer de schroef en de moer aan het achterste uiteinde van de rail.
Zie afbeelding 4.
11.
Installeer de ontkoppelklep aan het voorste deel van de rail. Zie
afbeelding 4. Installeer de klep met de schroef X. Max. moment = 1,5 Nm.
De exacte afstand vanaf het voorste uiteinde van de rail moet worden
gecontroleerd t.o.v. het installatieprotocolpunt 3F.
12.
Bevestig de persluchtslangspiraal aan het T-stuk. Sluit ook de slang voor
het PTFE-stuursignaal aan op de ontkoppelingsklep. Zie afbeelding 4.
LET
OP!
Zorg voor wat extra lengte zodat de uitlaatslang kan uitrekken. De
slang wordt bovenop de geleiderail bevestigd. Boor gaten met een diameter
van 4,5 mm en sluit de slang met clips aan zoals de afbeeldingen tonen. Pas de
slanglengte aan en sluit de slang aan op de ontkoppelklep.
13.
Tussen de slangaansluiting en de pijpleidingen moet een flexible slang
van min. 30 cm worden aangesloten. Zie afbeelding 4.
5.3
Ventilatoren
Het basispakket bevat geen ventilator. Voor een optimaal resultaat adviseren
we één ventilator per unit. Het is ook mogelijk om verschillende units aan te
sluiten op één centrale ventilator.
Voor een optimale afzuiging moet de ventilator zó dicht mogelijk bij de
afvoerleiding van de ruimte worden geplaatst. Neem contact op met uw
Nederman dealer voor advies over de keuze van een ventilator.
LET
OP!
We adviseren een vergrendelbare beveiligingsschakelaar voor het hele
elektrische systeem, inclusief de ventilator.
Содержание Pneumatic Track System
Страница 10: ...Pneumatic Track System Track length 5 9 m or 9 4 m 10 500 N 112 lb B A 7 ...
Страница 11: ...Pneumatic Track System Track length 5 9 m or 9 4 m 11 ...
Страница 68: ......
Страница 69: ...www nederman com ...