9
programma bewerken
Druk de / knop om Programma bewerken (Program Edit) te selecteren en druk dan de OK toets om naar het submenu te gaan.
Deze optie heeft vijf functies.
• Gebruik de rode toets om het huidige kanaal te verwijderen.
• Gebruik de groene toets om het huidige kanaal te vergrendelen. Als het huidige kanaal al is vergrendeld, druk dan de groene toets nogmaals
om het te ontgrendelen.
• Gebruik de gele toets en de / pijltjestoetsen om het huidige kanaal te verplaatsen.
• Gebruik de donkerblauwe toets om het huidige kanaal over te slaan.
• Gebruik de blauwe knop om het huidige kanaal als favoriet in te stellen. Als het huidige kanaal al één van uw favoriete kanalen is, druk dan
nogmaals de blauwe knop om het als normaal kanaal in te stellen.
signaalinformatie
Druk de / knop om Signaalinformatie (Signal Information) te selecteren en druk dan de OK toets om details over het signaal weer te geven,
waaronder kanaalnummer, frequentie, kwaliteit en sterkte.
ci informatie
Druk de / knop om CI informatie (CI Information) te selecteren en druk dan de OK toets om details weer te geven als er een CI/CI+ kaart is
geplaatst.
BeeldMenu
Beeldmenu
• Druk de MENU toets om het hoofdmenu weer te geven. Druk de /
toets om in het hoofdmenu BEELD (PICTURE) te selecteren; de eerste
optie wordt gemarkeerd.
1. Druk de / toetsen om in het BEELD (PICTURE) menu de optie te
selecteren die u wilt aanpassen.
2. Druk de OK toets om de instelling aan te passen.
3. Druk nadat u de aanpassing hebt voltooid de MENU toets om de
wijzigingen op te slaan en terug te keren naar het vorige menu.
Beeldstand
• Druk de / knop om Beeldstand (Picture Mode) te selecteren en
druk dan de OK toets om naar het submenu te gaan. Druk de /
toetsen om de optie te selecteren.
• (Beschikbare beeldstanden: Persoonlijk, Dynamisch, Standaard, Mild).
• U kunt met het beeld in persoonlijke stand de waarde voor contrast, helderheid, kleur en scherpte aanpassen.
• TIPS: U kunt de PMODE toets op de afstandsbediening drukken om de beeldstand direct te wijzigen.
contrast (alleen bij persoonlijk)
• Druk de / knop om Contrast (Contrast) te selecteren en druk dan de OK toets om naar het submenu te gaan. Druk de / toetsen om de
instellingen aan te passen.
helderheid (alleen bij persoonlijk)
• Druk de / knop om Helderheid (Brightness) te selecteren en druk dan de OK toets om naar het submenu te gaan. Druk de / toetsen
om de instellingen aan te passen.
kleur (alleen bij persoonlijk)
• Druk de / knop om Kleur (Color) te selecteren en druk dan de OK toets om naar het submenu te gaan. Druk de / toetsen om de
instellingen aan te passen.
tint
• Druk de / knop om Tint (Tint) te selecteren en druk dan de OK toets om naar het submenu te gaan. Druk de / toetsen om de
instellingen aan te passen. (Niet beschikbaar in DTV)
scherpte
• Druk de / knop om Scherpte (Sharpness) te selecteren en druk dan de / toets om de instellingen aan te passen.
kleurtemperatuur
• Druk de / knop om Color Temperature (kleurtemperatuur) te selecteren en druk dan de / toets de gewenste instelling te selecteren.
(Beschikbare kleurtemperatuur: Middelmatig, Koel, Warm).
ruisonderdrukking
• Druk de / knop om Ruisonderdrukking (Noise Reduction) te selecteren en druk dan de OK toets om de keuze te selecteren. (Beschikbare
standen voor de ruisonderdrukking: Uit, Laag, Middelmatig, Hoog, Standaard).
NL
Gebruiksaanwijzing