rechts geschoven, dan sluit het contact voor
de jack CH 3.
3,5 mm-jack voor de crossfaderstart van
een platenspeler
➆
4) Een microfoon voor de diskjockey kan op de jack
DJ MIC (3) worden aangesloten, een bijkomende
microfoon op de jack MIC (49).
5) Indien u de uitgangssignalen via een effecten-
apparaat wenst te bewerken, trekt u beide kort-
sluitbruggen uit de jacks SEND (47) en RETURN
(46). Verbind de ingang van het effectenapparaat
met de jacks SEND en de uitgang van het effec-
tenapparaat met de jacks RETURN.
6) Om de ingangskanalen voor te beluisteren en de
huidige muziektracks te controleren, sluit u een
stereohoofdtelefoon (impedantie
≥
2 x 8
Ω
) aan
op de jack (11) op het frontpaneel.
7) Verbind de ingang van de eindversterker met de
uitgang MASTER (44).
8) Indien u over een monitorinstallatie beschikt, sluit
de versterker van de monitorinstallatie aan op de
uitgang BOOTH (43).
9) Plug ten slotte de stekker van het netsnoer (62)
in een stopcontact (230 V~/50 Hz).
5 Het mengpaneel bedienen
Plaats de uitgangsregelaars MASTER (19) en
BOOTH (22) volledig naar links om luide inschakel-
ploppen te vermijden. Schakel het toestel dan in met
de POWER-schakelaar (58). De POWER-LED (59)
boven de schakelaar licht op. Schakel vervolgens
de aangesloten apparatuur in.
5.1
Basisinstelling van de ingangskanalen
Om het niveau van de geluidsbronnen aangesloten
op de ingangskanalen CH 1 – CH 4 optimaal te rege-
len, plaatst u alle gain-regelaars (13 en 28) en de
equalizer (6) in de middelste stand. De toetsen CUT
(18 en 24) mogen niet zijn ingedrukt.
1) Selecteer de aangesloten signaalbronnen met
behulp van de ingangskeuzeschakelaars.
Schakelaar (1) voor het kanaal CH 1
MIC
de jack DJ MIC (3) voor een DJ-micro-
foon is geselecteerd, de talkover-func-
tie is evenwel niet ingeschakeld
TALK
de jack DJ MIC is geselecteerd en de
talkover-functie is in geschakeld
(bij aankondigingen via de microfoon
worden de niveaus van de andere
ingangskanalen CH 2 – CH 4 automa-
tisch met 14 dB gedempt)
LINE
de jack LINE CH 1 (55) voor een toestel
met lijnuitgang is geselecteerd
Schakelaar (4 en 7) voor de kanalen CH 2 en
CH 3
PHONO de jack PHONO 1 (54) resp. PHONO 2
(52) voor een platenspeler met een
magnetische cel is geselecteerd
CD
de jack CD 1 (53) voor de CD-speler 1
resp. CD 2 (50) voor de CD-speler 2 is
geselecteerd
Schakelaar (12) voor het kanaal CH 4
MIC
de jack MIC CH 4 (49) voor een micro-
foon is geselecteerd
LINE
de jack LINE CH 4 (48) voor een toestel
met lijnuitgang is geselecteerd
2) Met de regelaar MASTER (19) wordt het signaal-
niveau op de uitgang MASTER (44) bepaald.
Plaats de masterregelaar in ca.
2
/
3
van de maxi-
mumwaarde, bv. in stand 7.
3) De toets
(21) mag niet zijn ingedrukt, d.w.z.
niet oplichten: de VU-meter (5) geeft het uit-
gangsniveau weer van het signaal op de uitgang
MASTER (44).
4) Om het kanaal CH 2 uit te sturen, plaatst u de
schuifregelaars van de overige kanalen (14, 25,
27) in de minimumstand, schuift u de crossfader
(20) volledig naar links en start een CD in het af-
speelmechanisme 1.
5) Stel met de schuifregelaar (16) het kanaalniveau
in aan de hand van de VU-meter. De optimale uit-
sturing is bereikt, wanneer tijdens de luidste pas-
sages de rode LED’s van de VU-meter net niet
oplichten.
De schuifregelaar moet zich na de niveaure-
geling in ca.
2
/
3
van de maximumwaarde bevin-
den, zodat het regelbereik voor in- en uitmengen
voldoende groot is.
6) Indien de schuifregelaars zich bijna in de mini-
mum- of maximumstand bevinden, dient de in-
gangsversterking te worden aangepast: draai de
gain-regelaar (13) van het kanaal hiervoor dicht
resp. open.
De ingangsversterking kan aan de hand van
het niveau voor de schuifregelaar optimaal wor-
den ingesteld. Schakel hiervoor de VU-meter in
voorafluisteringsmodus door op de toets
(21)
te drukken, en druk op de toets
(15) van het
kanaal: De VU-meter geeft dan het signaalniveau
van het kanaal vóór de kanaalregelaar aan.
7) Schuif de crossfader naar rechts, en herhaal
bovenstaande procedure voor de uitsturing van
kanaal CH 3.
8) Om de kanalen CH 1 en CH 4 uit te sturen, moet
u beide CD-afspeelmechanismen stoppen, een
geluidssignaal (testsignaal of muziekfragment
resp. een aankondiging via de microfoon) naar
het betreffende ingangskanaal sturen en de
instelling uitvoeren zoals hierboven beschreven.
Belangrijk! Indien u geen effectenapparaat
aansluit, moeten de jacks RETURN
en SEND met de twee bruggen zijn
verbonden, zoals weergegeven in
fig. 4! Anders is er geen geluid
hoorbaar.
START PHONO CH2 + CH3
Start
Stop
De ingangsversterking van een microfoon aan-
gesloten op de jack DJ MIC (3) kan eventueel
met nog eens 3 dB worden verhoogd met behulp
van de schakelaar MEDIUM (2).
5.2
De klank instellen
Stel de klank voor de uitgangen in met de regelaars
HIGH, MID en BASS (6). Voor bijzondere effecten
kan u hoge tonen, middentonen en/of lage tonen op
de kanalen CH 2 en CH 3 elk apart sterk dempen
(25 dB) met behulp van de toetsen CUT (18 en 24).
Opmerking: De instellingen van de klank beïnvloe-
den de niveaus. Daarom dient u na een wijziging
van de klank het overeenkomstige niveau op de VU-
meter te controleren resp. te corrigeren.
5.3
Kanalen CH 2 en CH 3 mixen
1) Stuur de kanalen CH 2 en CH 3 optimaal uit (zie
hoofdstuk 5.1).
2) Wenst u met de crossfader (20) ook het overeen-
komstige afspeelmechanisme van de CD-speler
te starten, schuif dan beide crossfaders X-
FADER START (17 en 23) naar links in de stand
ON (zie ook hoofdstuk 6.10).
Om platenspelers die op de jacks START (42)
zijn aangesloten, met de crossfader te starten,
plaatst u de betreffende ingangskeuzeschake-
laar (4 of 7) in de stand PHONO.
3) Met behulp van de crossfader kunt u nu de kana-
len 2 en 3 mixen:
Wanneer u de crossfader naar links schuift, wordt
het kanaal CH 2 ingemengd en het kanaal CH 3
uitgemengd.
Wanneer u de crossfader naar rechts schuift,
wordt het kanaal CH ingemengd en het kanaal
CH 2 uitgemengd.
5.4
Ingangssignalen mengen
Schuif de crossfader (20) in de middelste stand om
de signalen van de kanalen CH 2 en CH 3 te men-
gen. In deze stand is het volume van de kanalen
CH 2 en CH 3 even sterk. Wenst u het volume van
één van beide kanalen te versterken, schuif dan de
crossfader verder naar links of naar rechts.
Bovendien kan een signaal van het kanaal CH 1
en/of van het kanaal CH 4 worden toegevoegd (bv.
aankondigingen via een microfoon). Schuif hiervoor
de overeenkomstige fader (14 of 27) voldoende
open. Bij de kanalen die niet mogen worden ge-
hoord of niet zijn aangesloten, schuift u de overeen-
komstige schuifregelaar helemaal naar beneden
(dicht).
5.5
Voorbeluisteringsfunctie via een hoofd-
telefoon
Met de voorbeluisteringsfunctie kan u de ingangska-
nalen voorbeluisteren via een op de jack (11) aan-
gesloten hoofdtelefoon, ook wanneer het betref-
fende kanaal uitgemengd is. Hierdoor kunt u bv. de
gewenste track van een CD selecteren of het juiste
moment instellen om een geluidsbron in te mengen.
Desgewenst kan u ook de huidige muziektracks
op de uitgang MASTER (44) voorbeluisteren.
1) Om een ingangskanaal voor te beluisteren, drukt
u op de toets
(21) en selecteert u het gewen-
ste kanaal met een van de toetsen
(15 en 26).
De geactiveerde toetsen lichten op, en de VU-
meter (5) geeft het niveau van het geselecteerde
ingangskanaal weer. Draai de regelaar (9) vol-
ledig naar links in de stand
.
2) Stel met de regelaar LEVEL (10) het gewenste
volume van de hoofdtelefoon in.
3) Om de huidige muziektracks voor te beluisteren,
draait u de regelaar (9) volledig naar rechts in de
stand PGM. In de tussenstanden van de regelaar
(bv. stand MIX) kan u een mengsignaal van de
huidige muziektracks en het geselecteerde
ingangskanaal horen.
5.5.1 Split-functie
Via de hoofdtelefoon kan u op het rechter kanaal
van de hoofdtelefoon de huidige muziektracks be-
luisteren en afzonderlijk op het linker kanaal het pre-
fadersignaal van het ingangskanaal, waarvan de
toets
(15 resp. 26) is ingedrukt. Druk hiervoor op
de toets SPLIT (8). Bovendien moet de toets
(21)
zijn ingedrukt. Met de regelaar (9) kan u nu beide
kanalen van de hoofdtelefoon (stand MIX) of ook
slechts één kanaal selecteren.
5.6
De muziektracks via een monitorinstal-
latie beluisteren
De huidige muziektracks kunnen vóór de master-
regelaar (19) worden voorbeluisterd via een
monitorinstallatie die is aangesloten op de jack
BOOTH (43). Stel het niveau voor de monitorinstal-
latie in met behulp van de regelaar BOOT (22).
Opgelet! Stel het volume van de hoofdtelefoon
nooit te hoog in. Langdurige blootstel-
ling aan hoge volumes kan het gehoor
beschadigen! Het gehoor raakt aan-
gepast aan hoge volumes die na een
tijdje niet meer zo hoog lijken. Ver-
hoog daarom het volume niet nog
meer, nadat u er gewend aan bent
geraakt.
24
NL
B