37
4.3. De koelstofpijpen aansluiten (Fig. 4-3)
Binnenapparaat
1. Verwijder de flare-moer en -kap van de binnenunit.
2. Maak een flare voor de vloeistofpijp en de gaspijp en breng koelmachineolie (bij
uw plaatselijke leverancier verkrijgbaar) aan op het oppervlak van de flare.
3. Verbind de plaatselijke koelpijpen snel met de unit.
4. Wikkel de pijpbeschermer die met de gaspijp is verbonden in en zorg ervoor dat
de verbinding niet zichtbaar is.
5. Wikkel de pijpbeschermer van de vloeistofpijp van de unit in en zorg ervoor dat
het isolatiemateriaal van de plaatselijke vloeistofpijp geheel is bedekt.
6. Gebruik band om de uiteinden van het isolatiemateriaal af te dichten.
A
Koelleiding muurzijde
B
Koelleiding apparaatzijde
4.3.1. Plaatsing in de leidingruimte van het apparaat (Fig. 4-4)
1. Wikkel de meegeleverde viltband om het deel van de koelleiding dat in de
leidingruimte van het apparaat wordt geplaatst om druppelen te voorkomen.
2. Overlap de viltband telkens met een halve bandbreedte.
3 Maak het einde van de viltband vast met vinylband.
A
Gaspijp
B
Vloeistofpijp
C
Verbindingskabel binnen/buiten
D
Viltband
3
B
A
D
C
B
A
4. Installeren van de koelstofleidingen
Fig. 4-3
Fig. 4-4
PKFY-P·VHM-E