NEDERLANDS
22
6.
Fouten verhelpen
Als u tijdens het gebruik van uw TFT-beeldscherm een fout mocht constateren, lees dan de onderstaande lijst met fouten
resp. met oplossingen door, voordat u het apparaat voor reparatie wegbrengt. Misschien kunt u de fout zelf heel gemakke-
lijk verhelpen. Als bijvoorbeeld de stekker van het beeldscherm niet in het stopcontact zit of als er problemen zijn met de
ontvangstinstallatie (antenne), dan zou u onterecht kunnen vermoeden dat het beeldscherm defect is.
Als de gegeven instructies niet het gewenste resultaat opleveren, dan moet u het apparaat met
de aan/uit-schakelaar UIT zetten en de stekker uit het stopcontact trekken.
Probeer nooit het apparaat zelf te repareren en haal in geen geval de afdekking achteren op het
apparaat weg.
FOUT
MOGELIJKE OORZAAK
MOGELIJKE OPLOSSING
Geen beeld en geen
geluid, hoewel de stekker
in het stopcontact zit en
het apparaat is
ingeschakeld.
D
Aan/Uit-schakelaar staat in de stand
“0” (UIT).
D
De stekker van het apparaat zit niet in
het stopcontact.
D
Defecte stroomkabel.
D
Zet de Aan/Uit-schakelaar in de stand
“I”.
D
Steek de stekker van de stroomkabel
in het stopcontact.
D
Bel de service-hotline op.
Beeldscherm donker.
D
Contrastinstelling te gering.
D
Geen ingangssignaal, verkeerde
ingang gekozen.
D
Helderheid en/of contrast juist instellen
(zie menupunt <BEELD>).
D
Stroomkabel controleren; juiste ingang
aan de juiste bron toewijzen.
Te zwakke of te sterke
kleuren.
D
Kleur niet goed ingesteld.
D
Stroomkabel niet goed aangesloten.
D
Stel de kleur in menupunt <BEELD>
in.
D
Kabel correct aansluiten.
Er is een stuk van het
beeld afgeknipt c.q. het
beeld is niet gecentreerd.
D
Beeldpositie niet goed ingesteld.
D
Corrigeer de beeldpositie.
Gebruik de auto-afregelingsfunctie.
Het beeld is te groot of te
klein.
D
Beeldformaat verkeerd ingesteld.
D
Druk meerdere malen op de toets F ,
totdat het scherm volledig gevuld is.
De afstandsbediening
werkt niet.
D
De batterijen zijn leeg.
D
Tussen de afstandsbediening en de
sensor bevindt zich een obstakel.
D
De afstandsbediening bevindt zich bui-
ten het werkingsbereik.
D
Doe nieuwe batterijen in het apparaat.
D
Verwijder het obstakel tussen de
afstandsbediening en de sensor.
D
Gebruik de afstandsbediening binnen
het aangegeven bereik.
Het getoonde beeld is te
donker.
D
De beeldkwaliteit is niet goed inge-
steld.
D
Corrigeer de beeldhelderheid en het
contrast in het menpunt <BEELD>.
Er is wel beeld, maar
geen geluid.
D
De stomschakeling staat aan.
D
Het volume is op minimum ingesteld.
D
Speakers niet goed aangesloten.
D
Druk op de
toets van uw afstands-
bediening.
D
Zet het volume harder.
D
Sluit de speakers goed aan.
Sommige letters worden
niet weergegeven
(PC-modus).
D
Stel de fasepositie in het menpunt
<BEELD
'
FASE> in.
D
Controleer de instelling van de beeld-
breedte.
D
Voer de <BEELD
'
AUTOAFREGE-
LING> uit.
Horizontale strepen bij
televisie- of videosignalen.
D
De signaalbron staat vóór het beeld-
scherm.
D
De videokabel is onvoldoende afge-
schermd.
D
Zet de signaalbronnen altijd naast of
achter het beeldscherm.
D
Gebruik alleen hoogwaardige signaal-
kabels met een hoge schermdemping.
Om alle instellingen weer in de oorspronkelijke toestand te brengen, gebruikt u het menupunt
<INSTELLING
'
FABRIEKSINSTELLINGEN>!
Als het beeldscherm niet met voldoende ventilatie gebruikt wordt, kan de binnen-
temperatuur teveel stijgen. Stijgt de omgevings- of binnentemperatuur verder boven
een bepaalde waarden, dan verschijnt eerst het links staande waarschuwings-
venster op het beeldscherm. Daarna kan het beeldscherm automatisch in stand-by
schakelen.
Zorg voor voldoende ventilatie!
Temperatuurwaarschuwing