55
kunnen worden geworpen, of door een gebroken
zaagketting.
– De
uit-vergrendeling
voorkomt dat de kettingzaag per
ongeluk wordt ingeschakeld.
– De
kettingvanger
beschermt de gebruiker tegen
verwonding in het geval dat de ketting springt of breekt.
Vervoer en opslag
Wanneer de kettingzaag niet in gebruik is of wordt
vervoerd, trekt u de stekker uit het stopcontact en
plaatst u de schede om het zaagblad. Draag of
vervoer de kettingzaag nooit met draaiende
zaagketting.
1. Draag de kettingzaag aan alleen de voorhandgreep
met het zaagblad naar achteren gericht.
2. Bewaar de kettingzaag op een veilige, droge en
afgesloten plaats, buiten het bereik van kinderen.
Bewaar de kettingzaag niet buitenshuis.
Onderhoud
1. Trek de stekker uit het stopcontact alvorens enige
instel- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
2. Controleer het netsnoer regelmatig op beschadiging
van de isolatie.
3. Maak de kettingzaag regelmatig schoon.
4. Laat eventuele beschadiging van de kunststof
behuizing onmiddellijk en vakkundig repareren.
5. Gebruik de kettingzaag niet als de aan-uitschakelaar
niet goed werkt. Laat deze eerst vakkundig repareren.
6. Onder geen beding mag de kettingzaag op enigerlei
wijze worden veranderd. Uw veiligheid staat op het
spel.
7. Voer geen onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
uit anders dan beschreven in deze
gebruiksaanwijzing. Alle andere werkzaamheden
moeten worden uitgevoerd door een erkend
servicecentrum.
8. Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen
en accessoires die ontworpen zijn voor uw model
kettingzaag. Als u andere onderdelen gebruikt, wordt
de kans op een ongeval vergroot.
9. Wij accepteren geen enkele aansprakelijkheid voor
ongevallen of schade in geval een niet-goedgekeurd
zaagblad, zaagketting of ander vervangingsonderdeel
of accessoire wordt gebruikt.
EHBO
Werk niet alleen. Werk altijd binnen hoorafstand
van iemand anders.
1. Houd altijd een EHBO-doos bij de hand. Vervang de
verbruikte items uit de EHBO-doos onmiddellijk.
2. Mocht u hulp nodig hebben na een ongeval, vermeldt
het volgende:
• Waar vond het ongeval plaats?
• Wat is er gebeurd?
• Hoeveel gewonden zijn er?
• Welke verwondingen hebben zij?
• Wie meldt het ongeval?
OPMERKING:
Personen met een slechte bloedsomloop die worden
blootgesteld aan sterke trillingen, kunnen verwondingen
aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen.
Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in
de vingers, handen of polsen: “slapen” (ongevoeligheid),
tintelingen, pijn, stekend gevoel, veranderen van
huidskleur of van de huid.
Als een van deze symptomen zich voordoet,
raadpleegt u uw huisarts!
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende product
altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet
volgen van de veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
NAMEN VAN ONDERDELEN (zie
afb. 5)
ONDERDELEN AANBRENGEN EN
VERWIJDEREN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
enige werk aan het gereedschap uit te voeren.
De zaagketting aanbrengen en
verwijderen
LET OP:
• Draag altijd handschoenen tijdens het aanbrengen en
verwijderen van de zaagketting.
Om de zaagketting te verwijderen voert u de volgende
stappen uit:
1. Duw tegen de hendel om hem volledig te openen tot
hij stopt
(zie afb. 6)
.
2. Draai de hendel linksom om de afdekking van het
kettingwiel los te maken tot deze eraf komt.
3. Draai de stelknop in de richting “-” om de spanning
van de zaagketting af te halen
(zie afb. 7)
.
4. Verwijder de afdekking van het kettingwiel.
5. Haal de zaagketting en het zaagblad van de
kettingzaag af.
Om de zaagketting aan te brengen voert u de volgende
stappen uit:
6. Controleer de richting van de zaagketting. De
pijlmarkering op de zaagketting toont de richting van
de ketting
(zie afb. 8)
.
7. Leg een uiteinde van de zaagketting rond de voorkant
van het zaagblad en het andere uiteinde rondom het
kettingwiel.
8. Leg het zaagblad op zijn plaats op de kettingzaag.
9. Lijn de spanschuif uit met de opening in het zaagblad
(zie afb. 9)
.
10. Houd het zaagblad vast en draai de stelknop in de
richting “+” om de spanning van de zaagketting in te
stellen.
11. Plaats de afdekking van het kettingwiel zodanig dat de
haken langs de openingen liggen en de pen in de bus
van de afdekking van het kettingwiel valt
(zie afb. 10)
.