142 / 180
Eerste inbedrijfstelling / configuratie
016-023
5.6
Noodvergrendeling
Noodvergrendeling openen
• Noodvergrendelingshendel <1> tot de aanslag in
pijlrichting <B> bewegen, de noodvergrendeling is
geopend (bedrijfstoestand).
Noodvergrendeling sluiten
• Noodvergrendelingshendel <1> tot de aanslag in
pijlrichting <A> bewegen, de noodvergrendeling
is gesloten. Er kan geen water door de
terugstuwbeveiligingklep lopen.
1
A
1
B
Afb. [20]