146 / 180
Onderhoud
016-023
7
Onderhoud
7.1
Veiligheidsinstructies voor het onderhoud
Gevaar door giftige en voor de gezondheid gevaarlijke dampen, gassen en stoffen (bij (vb.
bacteriën, virussen). Als de terugstuwbeveiligingklep in een schacht zit, mogen de vereiste
werkzaamheden daarin uitsluitend door geschoold personeel (zie 3.2) worden uitgevoerd.
Gevaar voor verdrinking in de schacht van de installatie. Een installatieschacht kan
bijv. bij overstromingen binnen korte tijd vol water lopen. Als het risico bestaat dat water
binnendringt, mag de schacht niet worden binnengegaan voordat men er zonder gevaar kan
verblijven.
Na iedere onderhoudswerkzaamheid aan de terugstuwbeveiligingklep vervolgens functiecontrole
uitvoeren (zie 5.3).
7.2
Onderhoudsintervallen
– Er wordt geadviseerd om de terugstuwbeveiligingklep elke maand te inspecteren op
dichtheid en beweeglijkheid van de noodvergrendelingshendel.
– Onderhoud dient twee maal per jaar door vakkundig personeel te worden uitgevoerd.
– Control eenheid: batterijvervanging ongeveer 24 maanden
7.3
Onderhoudsvoorbereiding
• Waarborgen dat de aanvoer naar de terugstuwbeveiligingklep gedurende het onderhoud
niet wordt gebruikt